En ik zal hen sterken in de Heere en in zijn naam zullen zij wandelen, spreekt de Heere. Zach. 10:12
Omdat bij de betrekking die de tekst en het hele hoofdstuk hebben op het oude volk van de Heere, de Joden. Zij worden zo dikwijls vergeten en zij worden zo dikwijls verdrukt en vervolgd, en zij zijn zo algemeen gesmaad en veracht, dat wij wel doen, zo wij nadenken over de profetien van een heerlijke toekomst, waarvan de Heere God hen betreffende gesproken heeft. Maar het erfdeel van het natuurlijk en typisch Israel behoort in de geestelijke betekenis aan het geestelijk “Israel”; en deze belofte is van ons.
Voor hen, die hun zwakheid betreuren, is de belofte van de tekst zeer bijzonder bemoedigend.
I Goddelijke versterking beloofd. “Ik zal hen sterken in de Heere”.
1. Hieraan bestaat een schreiende behoefte.
Van nature zijn wij zo zwak als water.
Na zieleziekte zijn wij uiterst zwak.
Als wij voor een grote, veelomvattende arbeid staan, voelen wij onze zwakheid.
Wij hebben kracht nodig om te waken, te wandelen, te arbeiden en te strijden.
2. Zij is vrij en om niet beloofd. Zie ook (Zach. 10:6).
De gerechtigheid Gods zou ons aan ons zelf hebben kunnen overlaten.
De tedere liefde van onze God ziet onze nood.
De oneindige macht van God voorziet in die nood.
3. Zij wordt door God geschonken: “Ik zal hen sterken.”
Vandaar dat zij:
Zeker is in de vervulling.
Eervol in de aanneming. Hoe veredelend is het onmiddelijk van de Heere Jehovah kracht te ontvangen.
Onbeperkt in mededeling, zo wij slechts geloof hebben om haar te ontvangen.
4. Zij wordt trapsgewijs ontvangen. Wij gaan van kracht tot kracht.
Door het gebruik van de genademiddelen: gebed, gemeenschap met God, geestelijke oefening, bevinding, enz.
Door de stille werkingen van de Heilige Geest.
Door de toeneming van elke heilige genadegave en het inwendige leven van de ziel.
5. Zij wordt met zielsverrukking opgemerkt.
Een voortreffelijk voorbeeld is dat van een zieke, die zijn krachten herkrijgt.
Gelijk het bij hem is, zo is het ook bij ons, –
De eetlust komt terug: wij hebben genot in het Woord.
De moeilijkheden verdwijnen: lasten worden licht, enz.
Er wordt naar bezigheid verlangd: kracht begeert in beoefening te worden gebracht.
Men verkrijgt een ruim uitzicht. Met genot wandelen wij naar buiten en verlaten het enge vertrek, waarin de zieke ziel was opgesloten.
Men smaakt genoegen en er wordt dankbaarheid opgewekt.
6. Zij wordt aanhoudend geschonken.
God blijft ons dagelijks sterken.
Hij vermeerdert onze kracht al naar wij haar behoeven.
Hij maakt zijn kracht al meer en meer openbaar in onze zwakheid, totdat wij geen andere kracht kennen dan de zijne.
II. Christelijke werkzaamheid voorzegd. “In zijn naam zullen zij wandelen.
1. Zij zullen een gemakkelijke ongedwongenheid hebben, hetgeen ligt opgesloten in wandelen.
2. Zij zullen vrij wezen. Wandelen is de houding van de vrijheid.
3. Zij zullen ijverig werkzaam zijn voor de Heere, in verschillende vormen van arbeid.
4. Zij zullen in die werkzaamheid volharden, “op en neer wandelen” {1} en met toenemende blijdschap roepen “Voorwaarts en Opwaarts!”
5. Zij zullen deze werkzaamheid zorgvuldig wijden: “In zijn naam zullen zij wandelen,” -doende alles in de naam van de Heere Jezus.
Als de Heere haar kracht geeft, zullen zieke zielen de werkzaamheid aan de dag leggen van herstellenden. Wie uit een ziekte wordt opgericht, weet hoe heerlijk een toestand dit gewoonlijk is.
III. Beide zegeningen gewaarborgd.
1. Hier is het goddelijk “Ik zal” van de almachtige genade.
2. Hier is het goddelijk “zij zullen” van de Gode gewijden vrije wil.
3. Hier is het goddelijk “spreekt de Heere” van de nimmer bezwijkende trouw.
Dit alles verenigd is de heerlijkheid van onze tekst.
Zijt gij ziek? bedroefd? Zwak? Deze heilige tekst is voor u.
Zie, waar uw kracht is gelegen! Verwacht sterkte van de Sterke.
Geloof in Jezus om haar te verkrijgen! Hij is bereid haar te schenken.
Als gij haar hebt, zo maak er een veelvuldig gebruik van!
Help de zwakken, draag de lasten van anderen, die de Heere met blijdschap, en verheerlijk God.
(1) Naar de Engelse overzetting.