En alle kastijding als die tegenwoordig is, schijnt geen zaak van vreugde, maar
van droefheid te zijn; doch daarna geeft zij van zich een vreedzame vrucht der
gerechtigheid degenen die door haar geoefend zijn. Hebr. 12:11
Winterstormen en zomerstormen, wat zijn ze verschillend! Een winterstorm huilt over de aarde en sleept alles mee. Wat nog als verdord loof van de bomen op de grond ligt, wordt weggevaagd. Er blijft niets anders over dan verwoesting. Vaak gaat de storm gepaard met regen, en als de regen is opgehouden, blijven er soms moerassen over. Maar als in de zomer de wolken hun stromen uitgegoten hebben en de winden geraasd hebben, als dan daarna de zon weer in haar heerlijkheid verschijnt, dan laten alle dingen zich zien in nieuwe lieflijkheid. De bloemen met hun schitterende parelen geuren zoeter dan ooit tevoren. Het lijkt wel of het gras een nieuw groen heeft aangedaan. De jonge planten die tevoren nog maar nauwelijks te zien waren, zijn in korte tijd flink opgeschoten. De lucht was erg drukkend, maar is nu fris en zuiver en verkwikkend geworden. Zo’n groot verschil is er ook als de stormen van beproeving over onvernieuwde harten komen of over hen die in Christus zijn. Bij hen die geen nieuw hart hebben, komen onrust en ontevredenheid openbaar. De sombere sluier wordt door geen enkele straal van hoop gebroken. Er zijn geen bloemen of vruchten die blijk geven van een weldadige uitwerking. Maar in de ziel van de christen gaat het zoals het geschreven staat: Des avonds vernacht het geween, maar des morgens is er gejuich. Een glimlach van hoop en liefde volgt op elke traan. En de beproeving zelf verandert in de heerlijkste zegeningen.