Wijsheid is de ware kracht van de mens; en onder zijn leiding bereikt hij het best de doeleinden van zijn wezen. Verstandig omgaan met de materie van het leven, geeft aan de mens het rijkste genot, en stelt de edelste bezigheid voor zijn krachten; vandaar dat hij er het goede door vindt in de ruimste zin van het woord. Zonder wijsheid is de mens als het veulen van een wilde ezel, die heen en weer rent en kracht verspilt die nuttig zou kunnen worden gebruikt. Wijsheid is het kompas waarmee de mens over de spoorloze woestenij van het leven moet sturen; zonder wijsheid is hij een verwaarloosd schip, een speelbal van wind en golven. Een mens moet voorzichtig zijn in een wereld als deze, of hij zal geen goed vinden, maar worden overgeleverd aan een oneindig aantal kwalen.