En zij ontvingen Hem niet. Lukas 9:53
De Samaritanen wilden Christus niet ontvangen, en ach, nog altijd zijn er veel mensen die Hem evenmin willen ontvangen. Er zijn zulke zegeningen verbonden met het aannemen van Christus – ja, het eeuwige leven hangt ervan af — dat het ons bevreemdt hoe u uw deur kunt vergrendelen voor deze gezegende Vriend van ons. En toch is het zo. Ik zou u in de kraag willen grijpen, u bij de hand willen nemen en tegen u willen zeggen: God heeft Zijn Zoon gezonden om de Messias te zijn, de Middelaar tussen Zichzelf en u. Wendt u zich welbewust van Hem af? Hij heeft Zijn dierbare Zoon in de wereld gezonden om zondaars zalig te maken; en opdat Hij hen zou behouden, is Hij in onuitsprekelijke pijnen aan het kruis gestorven. Weigert u echt om door de verdiensten van dit weergaloze sterven behouden te worden? Is het zo dat u niet alleen de rechtvaardigheid van God wilt tarten, maar ook de genade van God wilt verwerpen? Het verlossingsplan kostte God Zijn geliefde Zoon. Denkt u gemoedereerd te kunnen zeggen dat het u niet deert wat het heeft gekost? Wilt u de verzoening laten varen, en er niets mee te maken hebben? Ik vrees niet half zo veel voor u die Christus verwerpt, als voor de velen die niet eens aan Hem willen denken, die het ene noch het andere standpunt innemen. Ze laten de hele zaak onopgemerkt aan zich voorbijgaan, met een veronachtzaming die voor Christus duizendmaal smadelijker is dan wanneer ze gezegd hadden wat ze dachten, en besloten hadden het niet te geloven. O ik smeek u, veronachtzaam de Christus Gods niet, en wijs Hem niet af, Die God heeft gezonden om u te behouden!