Wij weten… 1 Johannes 5:18-20
De volle verzekerdheid, die door het woord ‘weten’ wordt uitgedrukt, ontstaat daaruit dat de volmaakte liefde altijd de onzekerheid en de twijfel uitdrijft, die vormen zijn van vrees. Johannes zegt ons: ‘De volmaakte liefde drijft de vrees buiten, want de vrees heeft pijn.’ De liefde kan geen twijfel verdragen. Als twijfel de liefde tegenwerkt, komt er jaloezie, en die is even onbarmhartig als het graf. Je kunt beter in het hartje van de winter een wolf tegenkomen, of een beer die van haar welpen is beroofd, dan een jaloers mens, want zijn woede brandt als de houtskool van de jeneverbes, die een heel felle vlam geeft. Liefde kan niet zonder zekerheid. Van hen die we liefhebben moet de wederliefde buiten kijf zijn. Als er twijfel bestaat of er wel een Christus is, of Hij wel de Zoon van God is, of Hij ons wel heeft liefgehad en Zich voor ons heeft overgegeven, dan kunnen zij die zich deze twijfel veroorloven, niet liefhebben. Als echter de liefde oppermachtig is, is zij in een situatie als God boven de cherubs, en de Dagon van de twijfel valt en breekt in stukken. Als de Kerk in onze tijd Jezus meer zou liefhebben, zou ze met groter vertrouwen over Hem spreken, en dat doende zou zij meer spreken overeenkomstig de onomstotelijke waarheden Gods. Wanneer evenwel de damp van een lauwe liefde neerslaat, volgt met zekerheid de kilte van de twijfel. Het is in deze winterse nachten van een tanende liefde tot Jezus, dat de vorst van het ongeloof de rivieren van het geestelijke leven doet verstarren. De Heere verlevendige de liefde van Zijn Kerk, en zodra dat is gebeurd zullen haar zonen met Johannes zeggen: ‘Wij weten.’