Werp uw brood uit over het water, want na vele dagen zult u het vinden. Prediker 11: 1
We mogen niet verwachten dat we onmiddellijk een beloning krijgen voor al het goede dat we doen. Ook mogen we onze inspanningen niet alleen beperken tot plaatsen en personen die ons waarschijnlijk een beloning voor ons werk geven. De Egyptenaar wierp zijn zaad op de wateren van de Nijl, het leek op een pure verspilling van koren. Maar op zekere tijd zakt de overstroming, en de rijst of een andere korrel zinkt in de vruchtbare modder, en snel wordt een oogst geproduceerd. Laat ons vandaag goed doen aan ondankbare en kwade personen. Laten we de zorgeloze en de hardnekkige onderwijzen. Wateren die ongeschikt lijken kunnen een hoopvolle bodem bedekken. Nergens zal onze arbeid tevergeefs zijn in de HEERE. Het is aan ons om ons brood op het water te werpen. Maar het blijft bij God om de belofte: “U zult het vinden” te volbrengen. Hij zal Zijn belofte niet laten falen. Zijn goede woord, dat wij hebben gesproken, zal leven, zal gevonden worden, zal door ons gevonden worden. Misschien niet meteen, maar op een dag zullen we oogsten wat we hebben gezaaid. We moeten ons geduld uitoefenen, want misschien beproeft de HEERE ons geduld. ‘Na vele dagen’, zegt de Schrift, en in veel gevallen lopen deze dagen in maanden en jaren, en toch blijft het Woord waar. Gods belofte zal stand houden; Laat ons er rekening mee houden dat we het bevel volgen en deze vandaag nog houden.