En allen, die het hoorden, verwonderden zich over hetgeen hun gezegd werd van de herders. Lukas 2:18
En allen, die het hoorden, verwonderden zich…’ We moeten niet ophouden ons te verwonderen over de grote wonderen van onze God. Het is moeilijk om onderscheid te maken tussen heilige verwondering en ware aanbidding, want als de ziel overstelpt wordt door de majesteit van Gods heerlijkheid, is dat stille aanbidding, ook al wordt dat niet geuit in een loflied of in woorden die met gebogen hoofd of in nederig gebed worden uitgesproken. Onze in het vlees gekomen God wordt aanbeden als ‘de wonderlijke Raadsman’. Dat God Zijn gevallen schepsel, de mens, zou aanzien en het op Zich zou nemen zijn Verlosser te worden, en het rantsoen voor hem te betalen, is dan ook inderdaad wonderbaarlijk!