Maar wij baden tot onze God, en zetten wacht tegen hen, dag en nacht, hunnenthalve. Nehemia 4:9
Let er op dat het een gebed was dat aan al het andere voorafging. Er staat niet dat Nehemia eerst een wacht zette en daarna bad. “Maar wij baden tot onze God, en zetten wacht tegen hen.” Het gebed is het paard dat u vóór de wagen spant. Doe alles wat verstandig is, maar doe het niet voordat u gebeden hebt. Laat de dokter komen wanneer u ziek bent; maar bidt eerst. Neem de medicijnen in als u denkt dat ze goed voor u zijn, maar eerst moet u bidden. Ga praten, als u dat nodig vindt, met de man die lasterpraat over u heeft rondgestrooid, maar bidt eerst. “Ik ga dit of dat doen”, zegt daar iemand, “en daarna zal ik vragen om een zegen daarover.” Begin er niet aan voordat u gebeden heeft. Begin, vervolg en eindig alles wat u doet met gebed; maar vooral: begin met gebed. Wanneer sommige mensen eerst eens zouden bidden voordat ze iets gingen doen, dan zouden ze er nooit aan beginnen, want ze zouden er Gods zegen niet voor kunnen vragen. Is hier iemand van plan om vanuit de kerk naar een plaats te gaan waar hij niet thuishoort? Zal hij eerst bidden? Hij weet dat hij er geen zegen over kan vragen; daarom moet hij daar ook niet heengaan. Ga nergens heen waar u niet kunt komen na te hebben gebeden. Dat zou vaak een goede handleiding kunnen zijn bij het kiezen van de plaats waar u heengaat. Nehemia bad eerst en zette daarna een wacht.