Zie, God is geweldig, nochtans versmaadt Hij niet geweldig is Hij in kracht des harten. Job 36:5
Ten slotte biedt deze leer een voorbeeld aan het volk van God. Als onze Vader machtig is en niemand versmaadt, dan volgt daaruit duidelijk, dat wij, als wij navolgers van God zijn als geliefde kinderen, ook niemand moeten versmaden. Ik bid u, versmaad nooit een van uw broeders en zusters in Christus. Zijn zij armer dan u? Versmaad hen niet, maar help hen veeleer. Als zij zeer, zeer arm zijn, bedenk dan wat zij moeten verdragen, en voeg bij hun andere smarten niet het verdriet dat door uw verachting wordt veroorzaakt.
Behandel hen vriendelijk en teer. Als zij leden zijn van het lichaam van uw Heere, dan moet u er blij om zijn dat u hen kunt dienen, want zo wast u Zijn voeten. U moet beseffen dat het een zegen is, dat er arme heiligen zijn, die u behulpzaam kunt zijn, want door dat te doen, dient u Christus. Als er in uw omgeving veel arme heiligen zijn, acht hen hoog, want om hen zult u door uw Heere geprezen worden wanneer Hij tot u zeggen zal: „Ik ben hongerig geweest en gij hebt mij te eten gegeven; Ik ben dorstig geweest en gij hebt Mij te drinken gegeven”. Als u een broeder met zeer weinig talent zijn best ziet doen, bespot hem dan niet. God zal misschien zijn éne handvol koren meer zegenen dan uw mandvol als hij met meer geloof zaait dan u. Versmaadt nooit een van de kleinen van Christus, anders zal het verkeerd aflopen.