Bijbels Dagboek, C.H. Spurgeon
“Voor Iedere Avond”
Volmaakt rechtvaardigen. Hebreeën 12:23
Herinner u, dat er twee soorten van volmaaktheid zijn, die de Christen nodig heeft: de volmaakte rechtvaardiging in de persoon van Jezus, en de volmaakte heiliging door de Heilige Geest in hem volbracht. Nu blijft er zelfs nog bederf over in de harten der wedergeborenen; de ondervinding leert ons dit spoedig. Er wonen in ons nog begeerlijkheden en boze bedenkingen. Maar ik verheug mij dat de dag komen zal, wanneer God het werk, dat Hij begonnen heeft, zal voleinden; en Hij zal mijn ziel, niet alleen in Christus, maar door de Heilige Geest volmaakt, zonder vlek of rimpel of iets dergelijks, voor zich stellen. Kan het waar zijn, dat dit mijn arm, zondig hart heilig zal worden, gelijk God heilig is? Kan deze geest, die dikwijls uitroept: “Ik ellendig mens! wie zal mij verlossen uit het lichaam van deze dood?” van zonde en dood verlost worden, zodat geen boze dingen mijn oren zullen kwetsen, geen onheilige gedachten mijn vrede zullen verstoren? O zalig uur! mag het haast komen! Wanneer ik over de Jordaan ga, zal het werk van de heiligmaking voltooid zijn; maar tot op dat ogenblik zal ik geen heiligheid in mijzelf bezitten. Dan zal ik voor het laatst met het vuur van de Heilige Geest gedoopt worden. Mij dunkt dat ik verlang te sterven, om die laatste vuurdoop te ontvangen, die mij de hemel zal binnenleiden. Geen engel zal reiner zijn dan ik, want ik zal in dubbele zin kunnen zeggen: “Ik ben rein,” door Jezus’ bloed en door de werking van de Heilige Geest. O! hoe moesten wij de macht van de Heilige Geest verheffen, die ons bekwaam maakt om voor onze Vader in de hemel te staan! Maar laat de hoop op volmaaktheid daarboven ons niet bevredigen met onvolmaaktheid hier beneden. Indien dit het geval is, kan onze hoop niet oprecht zijn; want een goede hoop werkt reeds hier heiligend. Het werk der genade moet nu in ons voortgaan, of het kan dan niet voltooid worden. Laat ons bidden om “met de Geest vervuld te zijn,” opdat wij toenemend vruchten van de gerechtigheid dragen mogen.