Bijbels Dagboek, C.H. Spurgeon
“Voor Iedere Avond”
Vertel uw kinderen daarvan, en laat het uw kinderen hun het hun kinderen vertellen en de kinderen van hen aan een ander geslacht. Joel 1:3
Op zo eenvoudig een wijze moet door Gods genade altijd een krachtig getuigenis voor de waarheid in het land levendig gehouden worden: de kinderen Gods moeten hun getuigenis voor de waarheid, het met hen door de Heere gesloten verbond, aan hun erfgenamen overleveren, en deze moeten dit weer aan hun nakomelingen doen. Dit is ons allereerste plicht, hij vangt aan in de huiselijke kring; hij is een gebrekkig leraar, wiens ambtsbediening niet thuis aanvangt. Voorzeker behoren de heidenen opgezocht te worden; laat ons de straten en heggen doorzoeken, maar ons eigen huis heeft de eerste rechten en wee hen, die de van God vastgestelde orde van zaken omverwerpen. Het onderwijs van onze kinderen is een taak, die aan elk van ons persoonlijk opgelegd wordt; wij mogen haar niet overdragen aan de onderwijzer van de zondagsschool, of wel aan de hulp van andere vrienden; wel mogen deze ons bijstaan, maar zij kunnen ons niet ontheffen van deze heilige verplichting; de vaders en moeders zelf zijn verplicht, evenals Abraham het was, om hun huis in de vreze van de Heere te bevelen, en om de wonderwerken Gods met hun kinderen te bespreken. Het onderwijzen van hun kinderen is een natuurlijke plicht, want wie zijn zo bevoegd om acht te slaan op de gunstige ontwikkeling van een kind, als zij aan wie het zijn aanzijn verschuldigd is? Dierlijk noemen wij het veronachtzamen van het onderwijs van onze kinderen. De huiselijke godsdienst is onmisbaar voor het volk, voor het familieleven en voor de kerk van God. Door duizenden bedekte vonden wint de kerk van Rome steeds bedenkelijk aan invloed in ons land, en een van de meest afdoende middelen, om haar invloed tegen te gaan, wordt al te zeer over het hoofd gezien, namelijk het onderwijs van de kinderen in het geloof. Hoe wenselijk was het, dat de ouders recht wakker werden op deze belangrijke vraag. Het is een liefelijke taak om van Jezus te spreken tot onze zonen en dochters; vooral is zij liefelijk, daar zij dikwijls ene Gode welgevallige taak bleek te zijn; want hoe vele kinderen redde de Heere op het gebed en op de vermaningen van de ouders? Moge ieder de Heere eren, en zich verblijden in het licht zijns aangezichts.