Laten we dankbaar zijn dat onze gebeden, al hebben ze veel gebreken, toch worden gehoord. Ze dringen de hemel binnen, ze betreden de parelwitte poort, ze zwermen om de troon van de Allerhoogste. Door het bloed van Jezus, dat zij gebruiken als hun grote wapen, bewegen zij de arm van de Allerhoogste die de wereld beweegt. Zegeningen komen neer op onze zonen en dochters, op onze verwanten en kennissen, als antwoord op ons worstelende, gelovige gebed. Laten we elkaar gelukwensen. Als we depressief of ellendig zijn moeten we elkaar condoleren. Maar laten we elkaar nu feliciteren. Laten wij elkaar een broederlijke hand geven en terugkijken naar de verhoringen uit het verleden en naar de beloften in de toekomst. Laten we bidden dat God ons zal versterken, dan zal niets ons nog ontmoedigen, niets zal onze ijver nog bedwingen. Wat Hij voor ons heeft gedaan doet ons verlangen naar meer! Wat wij tot nu toe bereikt hebben, is slechts een opstap naar nog meer gedurfde pogingen, naar nog meer ijverige daden, naar nog meer moeizame inspanningen voor de bevordering van Zijn Koninkrijk en de uitbreiding van Zijn Heerschappij.