Want mijn ziel is der tegenheden zat, en mijn leven raakt tot aan het graf. Psalm 88:4
Mijn vriend, uw toestand is niet uitzonderlijk, maar heel vaak voorkomend. U twijfelt, u bent diepbedroefd en wanhopig. U denkt, dat niemand anders zich ooit zo voelde als u. Het zelfbedrog van de ellende doet u geloven, dat u één van de edelmannen bent in het rijk van de ellende. Of misschien hebt u zelfs de troon bestegen, de kroon op uw hoofd gezet en uzelf gemaakt tot koning in het koninkrijk van de ellende. Mogelijk zegt u met Jeremia: “Ik ben de man, die ellende gezien heeft door de roede Zijner verbolgenheid.” (Klaagl. 3:1) Zie of er één verdriet is, dat net zo is als mijn verdriet, waar de Heere mij mee beproeft in de dag van Zijn sterke toorn. Laat mij op hetzelfde moment, dat ik uw trots een slag toebreng, proberen u wat vertroosting te bieden. U bent niet de enige, die zulke zorgen heeft; anderen maken hetzelfde mee. De vallei, waar u nu doorheen gaat, is al vertreden door vele voeten, voordat u er doorheen ging. Uw ellenden en angsten zijn geen vreemde zaken. Uw geloofsgenoten hebben ze lang voor uw tijd al ervaren. En, al zou niemand anders ze gevoeld hebben, dan heeft uw Zaligmaker ze zeker wel ervaren, want Hij is “in alle dingen gelijk als wij verzocht geweest, doch zonder zonde” (Hebr.4:15b).