Een gesloten tuin bent u, Mijn zuster, Mijn bruid, een gesloten bron, een verzegelde fontein… O, bron van de tuinen, put van levend water dat van de Libanon stroomt! (Hooglied 4:12,15)
Lees verder Filippenzen 2:12—16.
De gelovige bestaat uit drie principes, het lichaam, de ziel en de inwonende Geest. Die Geest is niemand anders dan de Heilige Geest van God die voortdurend in de gelovige blijft. Zoals de ziel betrekking heeft op het lichaam, zo heeft de Geest betrekking op de ziel. Zoals het lichaam zonder de ziel dood is, zo is de ziel zonder de Geest dood in overtredingen en zonde (Efeze 2:1). Zoals het lichaam zonder de ziel natuurlijk dood is, zo is de ziel zonder de Geest geestelijk dood. En in tegenstelling tot wat moderne theologen tegenwoordig leren, dringen wij er op aan dat de Geest van God niet alleen iets wat al bestaat hersteld, maar dat Hij ook een nieuw principe geeft. Hij stelt niet zomaar een machine opnieuw in die scheef gelopen was, maar Hij geeft nieuw leven waar dat niet kon zijn. Het is niet dat er iets wakker gemaakt werd wat sliep, het is een uitstorting van een bovennatuurlijke Geest die voor het natuurlijke hart een volslagen vreemde is. We denken nu dat het eerste vers, voor een groot deel, het geheime en verborgen werk van de Heilige Geest beschrijft als Hij een nieuw mens schept in de ziel. In dit geheim kan geen menselijk oog zien. Het innerlijke leven van een Christen kan goed vergeleken worden met een gesloten tuin, een gesloten bron en een verzegelde fontein. Maar het tweede vers beschrijft de zichtbare gevolgen van genade want zodra het leven gegeven is zal het zichzelf laten zien. Zo is dan het mysterie van gerechtigheid al in het hart aan het werk zoals het mysterie van wetteloosheid daar werkzaam was. Het kan niet stil liggen, het kan niet niets doen want God is altijd actief. Zo is dit Goddelijke principe ook actief. Zo heb je dus een uiterlijk beeld wat voortkomt uit het innerlijk.
Ter overdenking
Wanneer God vanbinnen werkt, zal dat zichtbaar worden in werken aan de buitenkant. Anders is de vanzelfsprekende conclusie dat het niet eens Gods werk is. “Want zoals het lichaam zonder geest dood is, zo is ook het geloof zonder de werken dood” (Jacobus 2:26). Zaligmakend geloof is verborgen en toch niet verborgen.
Preek 431, 26 januari 1862