Hoe afwisselend is de ervaring van de gelovige in zijn geestelijk leven! Welke veranderingen zijn er in de temperatuur vanrijn ziel! Wat een heldere dagen vol zonneschijn! Wat een donkere bewolkte nachten! Wat een kalmten, als was zijn leven een zee van glas! Wat een ontzettende beproevingen, als was zijn leven een stormachtige oceaan. Dan eens horen wij hem roepen: ’’Mijn God, mijn God, waarom hebt Gij mij verlaten?” En dan weer zingt hij: ’’Loofde Heere mijn ziel, en al wat binnen in mij is Zijn heilige Naam.” Een ogenblik horen wij hem klagen: ”Ik zink in modderig slijk, waar ik niet kan staan,” en dan vernemen wij van zijn lippen de juichtoon: ”De Heere is mijn licht en mijn heil, wien zou ik vrezen, de Heere is mijn levenskracht, voor wie zou ik vervaard zijn?”
Hoe wonderbaarlijk stijgt hij ten hemel op en hoe ontzettend daalt hij in de diepte neer. Voorzeker zullen wij, die iets van het geestelijken inwendig leven kennen, ons hierover niet verwonderen, want wij hebben deze wisselingen doorleefd. Helaas, wat een tegenstelling tussen de zonde, die ons enigszins omringt eh de genade, die ons doet triomferen in hemelse plaatsen. Hoe verschilt de droefheid van een slaafse vrees, die ons als met een oostenwind verbreekt en de vreugde van een heilig vertrouwen, dat ons als op de vleugels van een gunstige wind naar de hemel voert!
Welke wisselingen tussen een wandelen met God vandaag en een vallen in het slijk morgen; gisteren over zonde, dood en hel triomferende; vandaag gevangen genomen door de lusten van het vlees en van het gemoed. Waarlijk, wij begrijpen ons zelf niet en een beschrijving, die de ene keer op ons passen zou, zal bij een volgende gelegenheid al weinig meer op ons lijken. Afwisselend inderdaad is onze ervaring, maar o, wat een genade, te mogen weten, dat Christus niet verandert. Hoeveel verandering er ook in onze ervaring is, Zijn genade schikt zich hiernaar om ons te zegenen. Immers Hij heeft genade om ons te helpen op de juiste tijd en met oneindige en nimmer falende goedwilligheid, heeft Hij ons de kracht voor het werk berekend. De voorsmaak van de komende heerlijkheid vervult zijn hart met een onuitsprekelijke vreugde.