Wij spreken en denken soms heel gemakkelijk over onze twijfels en angsten; maar dat is niet Gods oordeel daarover. Onze hemelse Vader beschouwt ze als groot kwaad, dat uitermate schadelijk voor ons is en bovendien Hemzelf in grote mate oneer aandoet, want Hij verbiedt ons het zeer vaak om angst te hebben en ook doet Hij ons de meest werkzame geneesmiddelen ervoor toekomen. Vrees niet, is een vaak gehoorde uitspraak uit Zijn mond. Ik ben met u, is het heftige, ziel-opbeurende argument om dit te ondersteunen. Als de Heere onze angsten niet zou hebben veroordeeld als een groot kwaad, zou Hij ze ook niet zo vaak verboden hebben of er zo’n hemelse straf op gezet hebben. Martin Luther placht te zeggen dat het troosten van een terneergeslagen geest net zo moeilijk is als het opwekken van de doden. Maar wij hebben een God die en de doden doet opstaan uit hun graven en Zijn volk troost in hun wanhoop. Hoewel u bij de pakken hebt neergezeten, zult u worden als de vleugels van een duif, bedekt met zilver, en haar vederen met geel goud. Het geween kan dan een nacht duren, maar de vreugde komt in de morgen.
Saul viel soms ten prooi aan diepe wanhoop; maar als de kundige harpspeler David zijn vingers op de gehoorzame snaren legde, verliet de boze geest hem, overwonnen door de overweldigende macht van de muziek. Onze tekst is zo’n soort harp. Als de Heilige Geest z’n snaren maar aanraakt, zullen de zoete tonen de geest van de wanhoop doen verdwijnen. Ik ben met u; het is een tiensnarige harp, die de volledige akkoorden van de troost omvat. Haar noten zweven naar de hoogte van verrukking of dalen af naar de laagste bas van het diepste verdriet.
Alle gelovigen hebben in mindere of meerdere mate troost nodig, want hun leven is zeer bijzonder. Het pad van het geloof is een langdurig wonder. Het leven, het conflict, de troost en de triomf van het geloof bevinden zich alle ver boven het bereik van het waarnemende oog. Het innerlijke leven zit vol geheimenissen. Wij zien niets onder of voor ons, en toch staan we op een rots en gaan we van kracht tot kracht steeds voort. Wij marcheren voorwaarts op weg naar wat lijkt op vernietiging, maar we vinden de veiligheid opbloeien onder onze voeten. Gedurende onze hele christelijke carrière moeten de beloften van God ons op het hart gebonden worden, anders, en dat is de zwakheid van vlees en bloed, zijn we er klaar voor om terug te keren naar de vleespotten van het Egypte van de vleselijke behoeften en laten we de vreugden die het geloof alleen ons kan geven achter ons.
Er zijn speciale gelegenheden waarop het werk van de Trooster nodig is. Een daarvan is het moment waarop we door fysieke pijnen worden gekweld. Veel lichamelijke pijnen kunnen worden verdragen zonder dat de geest wordt aangetast; maar er zijn er ook die hun scherpe klauwen naar de kern van ons bestaan uitstrekken en op de meest verschrikkelijke manier zich een weg banen door ons verstand en onze geest. Hiervoor is veel genade nodig. Als het hoofd klopt, het hart bonst en het hele systeem uit z’n doen geraakt is, is het zo gewoon om net als Jacob te zeggen: Al deze dingen zijn tegen mij.
Het is zo gewoon om te klagen tegen de voorzienigheid en te denken dat wij meer dan alle andere mensen worden verzocht. Op dat moment is het tijd voor de belofte om machtig in werking te treden. Vrees niet, want Ik ben met u. Als u ziek bent, zal Ik bij uw ziekbed staan. Als lichamelijke pijnen toenemen, als we de dokter met zijn gevreesde operatiemes verwachten, als de gedachte aan de te lijden pijn ons lichaam doet sidderen, dan hebben we de opbeurende vriendelijkheid van God nodig. Vrees niet, want Ik ben met u. Het gezang van de nachtegaal klinkt immers ook het mooist in het midden van de nacht?
Als er moeilijkheden komen met betrekking tot hen die ons dierbaar zijn, ook dan hebben we onze hemelse Trooster nodig. Als we zien dat onze geliefden wegkwijnen, zoals pas geplukte lelies, of als ze plotseling worden weggevaagd zoals de bloemen onder de zeis van de maaier; als we steeds maar weer de gang naar het kerkhof moeten maken en telkens een stukje van onszelf achterlaten; als onze kleding tekenend is voor ons verdriet en we in het stof terneer zitten met as op ons hoofd omdat onze oogappel van ons is weggenomen; juist dan hebben we onze hemelse Trooster nodig. Juist dan is er grote vraag naar de kundige harpspeler, en zoet voor het hart zijn deze tonen: Vrees niet, want Ik ben met u; wees niet terneergeslagen, want Ik ben uw God.
Als alle stromen van de voorzienigheid zich tegen ons keren, juist dan hebben we overvloedige genade nodig om onze zielen te ondersteunen. Als we, nadat we de wapens hebben opgenomen tegen een zee van moeilijkheden, ontdekken dat we niet in staat zijn om de woedende storm te temmen, en als we door de stroom worden meegesleept en verlies op verlies lijden, terwijl onze rijkdom vleugels krijgt en van ons wegvliegt, totdat ons niets rest dan de naakte armoede en we er misschien achter komen wat dat inhoudt, dan juist hebben we die overvloedige genade nodig. Het is niet gemakkelijk om op een volmaakte manier afstand te doen van rijkdom en af te stappen van rijk naar arm, van overvloed naar karigheid. Er is een filosofie voor nodig, die we alleen kunnen leren zoals ook Paulus die heeft geleerd, als hij zegt: Ik heb geleerd om in wat voor staat ik mij ook bevind, tevreden te zijn.
Sommigen onder ons zullen het bijvoorbeeld moeilijk vinden om tevreden te zijn als ze verkeren in de positie van een weduwe met zeven kinderen, die niets anders heeft om zich in leven te houden dan haar naaikunst, waar ze voor zwoegt tot in het holst van de nacht, steek na steek totdat ze erbij neervalt. U zult het niet zo gemakkelijk vinden om armoede te verdragen als u omringd wordt door mensen die u gekend hebben in uw voorspoed, maar die u nu niet meer kennen als ze u tegen komen op straat. Er is bitterheid over het lot van de arme man en die is niet zo gemakkelijk weg te spoelen. Op dat moment heeft de ziel de belofte nodig: Vrees niet, want Ik ben bij u. Uw Maker is uw Man. God in Zijn heilige woning is een vader voor de wezen en een rechter voor de weduwen. Mocht u in zo’n positie komen te verkeren, dan wens ik u toe dat mijn Heere en Meester tegen u zegt: Ik ben het, wees niet bevreesd.
Geliefde lezer, hebt u ooit als dienaar van God gestaan temidden van de oppositie? Bent u ooit geroepen om een geliefde maar foutieve mening aan te vallen, of om met gebalde vuist als een beeldenstormer de afgoden van de eeuw neer te slaan? Hebt u ooit het geschreeuw gehoord van velen, waarbij de een dit roept en de ander dat, sommigen zeggen: Hij is een goed mens, en anderen: Nee, hij misleidt de mensen? Hebt u ooit de ingewortelde haat van de Baalpriesters zien druipen van hun gezichten en schuimen van hun mond? Hebt u ooit hun harde uitspraken gelezen, hebt u ooit gezien hoe ze uw woorden en beweegredenen vervormen? Hebt u ooit de vreugde gesmaakt bij het zeggen: Het beste van alles is dat God met ons is; in de naam van God zullen wij onze vaandels rechtop zetten, in plaats van de vlag te strijken. Als dit al gemeen is, dan hebben we de bedoeling om nog gemener te worden, en we zullen in de naam van de God der waarheid de handschoen neerwerpen tegen de foute beweringen van de wereld in. Als u ooit het oordeel gepasseerd hebt, hebt u de woorden nodig gehad: Wees niet bevreesd, want Ik ben uw God. Wie bent u dat u bang bent voor de mens die gaat sterven en die vergaat als het gras? Ik zal u onder dit volk maken tot een omheinde muur, zij zullen tegen u vechten, maar u niet overwinnen. Vrees niet, want u zult niet beschaamd worden.
Maar, mijn geliefde lezer, we hebben dit troostwoord vooral nodig als we afdalen naar de oevers van de zwarte rivier, als we het gebruis horen van haar golven en de kou van haar zwarte vloed langs ons voelen strijken en we de overkant niet kunnen zien; wanneer de mist van de geestelijke depressie het Gouden Jeruzalem voor ons verbergt en ons oog geen glimp opvangt van het land dat overvloeit van melk en honing, want onze ziel heeft het druk met de pijn van het moment en is gehuld in duisternis.
We praten misschien te gemakkelijk over de dood. Dat is iets heiligs voor de besten onder ons. Het is geen kinderspel voor een apostel om te sterven. Als we echter horen fluisteren: Vrees niet, want Ik ben bij u, dan zal de mist wegvagen van boven de rivier en de stroom die voorheen onstuimig was, zal helder zijn als kristal en we zullen de Rots van alle eeuwen zien staan aan de oever van de vloed. Dan zullen we vol vertrouwen afdalen en het geplons horen van de dodenstroom, maar dat zal ons als muziek in de oren klinken. Ja, het wordt muziek als het opgaat in het gezang van de serafijnen, die ons door de diepten heen begeleiden zullen. Als de mist optrekt, zal het prachtig zijn om de engelen te zien die ons tegemoet komen en met ons meegaan de hemelse heuvels op naar de paarlen poort en ons begeleiden naar de troon van God, waar we voor altijd zullen rusten. Zalig zijn zij, die de Heere tegen zich horen zeggen: Ik ben met u, wees niet bevreesd.
In het Woord lezen we de grote gebeurtenissen die ons te wachten staan na onze dood. Maar we zijn amper in staat de openbaring te begrijpen. Na de dood zullen plechtigheden volgen die ons met ontzag vervullen wanneer we eraan denken. Er is een oordeel en een opstanding. Er is een trompet die de mensenzonen zal oproepen om uit het hemelse oordeelsboek hun toekomstige lot te horen. De wereld zal in brand staan en de elementen zullen smelten in de grote hitte. De grote Rechter zal in volle glorie verschijnen bij het laatste oordeel, en alles wat in Christus één is zal worden verzameld. Het onkruid zal gebundeld worden en in de hel geworpen om daar te branden en het vuur dat nooit zal doven, zal voor altijd en eeuwig zijn rook opzenden.
Vrezen wij voor die toekomst? Waarom? Het geloof kan zonder angst er naar uit kijken. Zij is er niet bang voor. Zij hoort de stem van de eeuwige God tegen haar zeggen: Ik ben met u. Ik zal met u zijn, als uw stof zich zal oprichten; uw eerste blik zal zijn op de Koning in al Zijn schoonheid. U zult genoegdoening ontvangen, als u wakker wordt in Zijn gestalte. Ik zal met u zijn wanneer de hemelen in lichterlaaie staan. Ik ben uw bewaarder, uw trooster, uw hemel, uw alles in allen. Daarom, vrees niet, maar zie vooruit naar de vreugde die alle verstand te boven gaat.