Want een ogenblik is er in Zijn toorn, maar een leven in Zijn goedgunstigheid; des avonds vernacht het geween, maar des morgens is er gejuich. Psalm 30:5
Een moment onder de toorn van onze Vader lijkt erg lang, en toch is het maar een ogenblik. Als wij Zijn Geest bedroeven, zoeken we tevergeefs naar Zijn glimlach. Maar Hij is een God die klaar staat om te vergeven, en Hij schuift al de herinnering aan onze gebreken snel opzij. Als we zwak zijn en haast bezwijken vanwege Zijn vertoornde aangezicht, brengt Zijn gunst nieuw leven in ons. Maar, dit vers heeft nog een opmerkelijk aandachtspunt. Onze droevige nacht wordt spoedig een vreugdevolle dag. Een korte straf is het teken van genade in het uur der tuchtiging van de gelovigen. De HEERE houdt er niet van om de roede op Zijn uitverkorenen te gebruiken. Hij geeft een slag of twee, en alles is voorbij. Ja, en het leven en de vreugde, die op de toorn en het wenen volgen, vergoeden meer dan wat dan ook het heilzame verdriet. Kom, mijn ziel, roep je halleluja’s uit! Blijf niet de hele nacht door huilen, maar veeg je tranen af in afwachting op de morgen. Deze tranen zijn als dauwdruppels en zijn net zo goed voor ons als de zonnestralen van de morgen zijn. Tranen wassen de ogen schoon, zodat ons zicht op God in Zijn genade nog meer verwondering geeft en Zijn gunst nog kostbaarder wordt. Een nacht van verdriet levert die schaduwen op het schilderij waardoor hoogtepunten duidelijkheid naar voren worden gebracht. Alles is goed!