Op 3 mei 1850, liep Spurgeon acht mijl van New Market naar de rivier de Lark. De rivier scheidt Suffolk van Cambridgeshire. Daar werd hij gedoopt, samen met twee jonge dames. Op de dag van Spurgeon’s doop was het koud en winderig. Een van de helpers had een turfvuur aangestoken zodat men zich kon opwarmen. Spurgeon beschrijft de plechtigheid als volgt: Een snerpende windvlaag streek langs de rivier, toen mijn beurt kwam om den stroom te doorwaden, maar nadat ik enkele passen afgelegd had en de personen in de veerschuit, in boten en op de oevers opgemerkt had, voelde ik mij alsof de hele hemel, aarde en hel op mij mocht neerzien, want ik schaamde mij niet op die plaats en in dat uur te belijden dat ik een volger van het Lam was. Mijn verlegenheid was geweken, nauwelijks heb ik haar na die tijd meer gekend. Duizend vrezen verloor ik daar in de rivier de Lark, en ik ondervond dat: ‘in het houden van Zijne geboden is grote loon. Op het plaatje ziet u de rivier de Lark waar Spurgeon werd gedoopt.