Gij mannen, hebt uw eigen vrouwen lief, gelijk ook Christus de Gemeente liefgehad heeft, en Zichzelf voor haar heeft overgegeven; opdat Hij haar heiligen zou, haar gereinigd hebbende met het bad des waters door het Woord; opdat Hij haar Zichzelf heerlijk zou voorstellen, een Gemeente, die geen vlek of rimpel heeft, of iets dergelijks, maar dat zij heilig zou zijn en onberispelijk. Éfeze 5:25-27
We beschouwen een trouwplechtigheid op zich niet als een kerkdienst. Het is het begin van een wettelijke verbintenis waardoor beide partijen met elkaar verbonden worden. En dat staat los van het feit of ze gelovig of ongelovig zijn. Het is echter wel onze overtuiging dat alles wat recht is zou moeten worden “geheiligd door het Woord van God, en door het gebed”. Daarom is het goed dat er een groep christelijke vrienden samenkomt om getuige te zijn van de trouwbelofte die door bruid en bruidegom wordt gedaan en ook om hen in het bijzonder in het gebed de Heere aan te bevelen. Een huwelijksdag is een van de belangrijkste momenten in ons leven en heeft alles te maken met onze toekomst. Er zijn zoveel belangen aan verbonden. In de komende tijd kan het huwelijk ons zoveel geluk brengen of misschien zoveel verdriet veroorzaken dat we de Heere niet ernstig genoeg kunnen bidden om Zijn leiding en zegen over alles wat ermee verbonden is.
Het huwelijk is het enige wat ons uit het paradijs overgeleverd is en er zit nog steeds iets paradijselijks aan. Het huwelijk is door onze Heere Jezus Christus gebruikt als symbool van Zijn liefde voor Zijn kerk en van Zijn eenheid met haar. En dat geeft het veel aanzien. Jezus heeft Zijn eerste wonder op een bruiloft gedaan en dat was een veelbetekenend wonder waarbij water in wijn veranderd werd. Hiermee wilde Hij waarschijnlijk zeggen dat het leven na het trouwen veel voller, veel rijker, veel vreugdevoller wordt dan ervoor. En het gouden boek van de Openbaring besluit met een huwelijk, “de bruiloft des Lams”. Net zoals veel verzonnen verhalen besluiten met “zij trouwden en ze leefden nog lang en gelukkig”, zo eindigt Gods grote verhaal, het oude vertrouwde verhaal van Jezus en Zijn liefde, ook met een huwelijk. Och, mocht ieder van ons geroepen zijn tot het avondmaal van de bruiloft des Lams en voor eeuwig met Hem in heerlijkheid leven!
Het is onze ernstige bede dat onze broeder, die de Heere nuttig in de bediening heeft gemaakt, van nu af aan tweemaal zo nuttig mag worden. Nu hij een vrouw heeft, zou hij tweemaal zoveel werk voor de Meester moeten kunnen doen. Zoals elk van deze geliefde vrienden ieder voor zich tot zegen is geweest in het werk van de Heere, bidden we dat ze samen een nog grotere zegen mogen ervaren en dat ze het middel mogen zijn om vele zielen tot de Zaligmaker te leiden. Ik ben er zeker van dat wij die het werk van de bediening gaande houden ook weten hoeveel genade we nodig hebben als we al onze verantwoordelijkheden goed willen vervullen. Als de apostel Paulus het nodig vond om te zeggen: “Broeders, bidt voor ons”, dan smeken ook wij om de gebeden van onze broeders. Daarom wil ik de heer Harrald en de heer Harmer nu vragen ons voor te gaan in gebed, daarbij speciaal denkend aan onze geliefde vrienden die op het punt staan man en vrouw te worden.
We hebben heel wat rites en ceremonies opgegeven omdat we vonden dat ze naar bijgeloof neigden, maar we hebben de ringbehouden. Het is een indicatie en een symbool van ware huwelijksliefde, want het is een volmaakte cirkel, er is geen eind aan. Hij is van zuiver goud gemaakt, is puur en dient zo als symbool van ware liefde, en ik hoop dat hij goed zit aan de vinger waaraan die gedragen zal worden.
Wilt u, geliefde broeder, als u de ring aan uw bruid geeft, tot haar zeggen: “Ik geef je deze ring, om die je leven lang te dragen, als teken van mijn liefde en trouw”? Wilt u, geliefde zuster, als u de ring aanneemt, tot uw man zeggen: “Ik aanvaard hem en zal hem als zodanig dragen”?
(Toen dit gedaan was en mijnheer en mevrouw Hobby daarna als man en vrouw voorgesteld waren, sprak dominee Spurgeon verder:) Nu, geliefde vrienden, zal ik een aantal verzen uit de Bijbel lezen betreffende de plichten van mannen en vrouwen. Ik geloof dat deze jongelui goed op de hoogte zijn van deze plichten, maar ik zal de woorden van de apostel toch lezen, alleen al om het geheugen van enkele ouderen hier op te frissen, die misschien beginnen te vergeten wat Paulus over dit onderwerp geschreven heeft.
Ik zou echter eerst willen vragen of de vrienden hier voor onze geliefde broeder en zuster willen bidden en in het bijzonder voor onze zuster. Als ik een jonge vrouw was en wilde trouwen, dan zou ik niet met een dominee trouwen omdat de positie van domineesvrouw erg moeilijk is. Kerken geven een getrouwde dominee geen twee salarissen, een voor de man en een voor zijn vrouw, maar in veel gevallen verwachten ze wel diensten van zijn vrouw, of ze daar nu voor betalen of niet. De vrouw van de dominee wordt ook geacht alles van de kerk te weten en aan de andere kant mag ze ook weer niets weten. Of ze nu alles weet of niets, ze wordt er door sommige mensen evenzeer om bekritiseerd. Haar plichten bestaan uit altijd thuis te zijn om voor haar man en haar gezin te zorgen en uit altijd op pad te zijn om andere mensen te bezoeken en allerlei dingen voor de kerk als geheel te doen. Nou, dat is natuurlijk onmogelijk.
Ze kan niet iedereen op zijn wenken bedienen en men kan niet van haar verwachten dat ze het iedereen naar de zin maakt. Haar man kan dat ook niet en ik denk dat hij een grote oen is als hij dat toch probeert. Aangezien de man het niet iedereen naar de zin kan maken, weet ik zeker dat zijn vrouw dat ook niet kan. Er zal altijd wel iemand zijn die geïrriteerd is, vooral als die persoon zelf had gehoopt de vrouw van de dominee te worden. Er ontstaan telkens problemen in de meest georganiseerde kerken en zoals ik al eerder zei, is de positie van domineesvrouw altijd een heel lastige.
Toch denk ik dat ik, als ik een christelijke jonge vrouw was, eigenlijk wel met een dominee zou willen trouwen als dat mogelijk was, omdat ik dan zo veel goeds zou kunnen doen door hem in zijn dienst aan Christus bij te staan. Het dient de zaak van God als de dominee zelf in staat gesteld wordt zijn werk goed te doen. Het is de taak van zijn vrouw om erop toe te zien dat hij zich thuis op zijn gemak voelt, want als iedereen gelukkig is en vrij van zorgen, kan hij alle aandacht richten op de voorbereiding van de preek. Een godvruchtige vrouw die zo haar man helpt beter te preken is zelf een verkondigster, hoewel ze misschien nooit in het openbaar spreekt. Zo wordt ze in hoge mate dienstbaar aan de kerk van Christus die aan de zorgen van haar man is toe vertrouwd.
Laten we nu de brief aan de Éfeziërs, hoofdstuk 5, vers 25-27 er op naslaan:
Gij mannen, hebt uw eigen vrouwen lief, gelijk ook Christus de Gemeente liefgehad heeft, en Zichzelf voor haar heeft overgegeven; opdat Hij haar heiligen zou, haar gereinigd hebbende met het bad des waters door het Woord; opdat Hij haar Zichzelf heerlijk zou voorstellen, een Gemeente, die geen vlek of rimpel heeft, of iets dergelijks, maar dat zij heilig zou zijn en onberispelijk.
Dit schrijft Paulus en hij is hierbij geïnspireerd door de Heilige Geest. Bovendien vermoed ik dat Paulus zelf ook ooit een vrouw had. U kunt niet te veel van uw vrouw houden, broeder Hobby. Ik heb nog nooit gehoord van een man die zijn vrouw te hartstochtelijk liefhad. Ik heb wel gehoord van vrouwen van wie men zei dat ze te attent voor hun man waren, maar ik heb ze zelf nog nooit ontmoet.
Ware liefde zoekt de heiligheid van het voorwerp ervan. Het is vals vuur dat een ander tot zonde verleidt. Ware liefde voelt altijd dat het de grootste weldaad is die ze kan verlenen om heiligheid te bevorderen in de ander. Zo was ook Christus Zelf, toen Hij Zich voor de kerk overgaf, van plan haar te heiligen, te reinigen en te vervolmaken. De Heere geve ons grote genade, niet alleen om heiligmaking voor onszelf te zoeken maar ook om ons het middel te doen zijn om heiligheid in anderen te bevorderen!
Alzo zijn de mannen schuldig hun eigen vrouwen lief te hebben, gelijk hun eigen lichamen. Die zijn eigen vrouw liefheeft, die heeft zichzelf lief. Want niemand heeft ooit zijn eigen vlees gehaat, maar hij voedt het, en onderhoudt het, gelijk ook de Heere de Gemeente. Want wij zijn leden van Zijn lichaam, van Zijn vlees en van Zijn gebeente.
Wat is het een heerlijke waarheid dat we door een levende, blijvende band met Christus verenigd kunnen worden! U weet dat Christus gezegd heeft: “Mijn schapen horen Mijn stem, en Ik ken ze, en zij volgen Mij. En Ik geef hun het eeuwige leven; en zij zullen niet verloren gaan in eeuwigheid, en niemand zal ze uit Mijn hand rukken.” Er zegt misschien iemand: “Och, maar ze zullen misschien door Zijn vingers glippen.” “Nee,” zegt een ander, “dat kan niet, want het zijn Zijn vingers, zoals de apostel zegt, ‘Want wij zijn leden van Zijn lichaam, van Zijn vlees en van Zijn gebeente’.” Dit is een van de duidelijkste bewijsstukken van de zekerheid van alle gelovigen, want als Christus het geringste lid van Zijn lichaam zou verliezen, dan zou Hij niet volkomen zijn.
Daarom zal een mens zijn vader en moeder verlaten, en zal zijn vrouw aanhangen; en die twee zullen tot één vlees wezen. Deze verborgenheid is groot; doch ik zeg dit, ziende op Christus en op de Gemeente.
Christus heeft Zijn Vader verlaten. Hij heeft de hemelse voorhoven verlaten, is op deze aarde neergedaald en met Zijn Gemeente verenigd zodat Hij een met haar werd.
Om haar als bruid te werven, kwam Hij ten hemel af. Hij was ’t die door Zijn sterven aan haar het leven gaf.
Dit alles heeft Hij gedaan om een te zijn met Zijn Kerk.
Zo dan ook gij, elk in het bijzonder, een ieder hebbe zijn eigen vrouw alzo lief als zichzelf; en de vrouw zie, dat zij de man vreze.
Die paar woorden aan het eind worden vaak over het hoofd gezien: “de vrouw zie, dat zij de man vreze”, wat inhoudt: “laat de man erop toezien dat er iets in hem is wat het respect van zijn vrouw waard is”.
Laten we nu teruggaan naar vers 22:
Gij vrouwen, weest aan uw eigen mannen onderdanig, gelijk aan de He ere; want de man is het hoofd der vrouw.
Geliefde vriend, voel maar geen trots omdat Paulus zegt dat de man het hoofd van de vrouw is. Salomo zegt: “Een kloeke vrouw is een kroon van haar heer” en een kroon is het bovenste gedeelte van het hoofd. Toch moet het bestuursvermogen bij het hoofd berusten en een gezin zal pas goed op orde zijn als we allemaal onze juiste plaats innemen. Ik zeg wel eens tegen pasgetrouwde vrouwen: “Probeer maar niet het hoofd van uw man te zijn. Laat hem maar het hoofd zijn en u de nek; dan kunt u hem alle kanten opdraaien.”
Gelijk ook Christus het Hoofd der Gemeente is; en Hij is de Behouder des lichaams.
Het leiderschap van de man bestaat uit het doen van de wil van Christus. De Heere Jezus is het Hoofd en Hij is de Behouder.
Daarom, gelijk de Gemeente aan Christus onderdanig is, alzo ook de vrouwen aan hun eigen mannen in alles.
Tot zover het onderwijs uit Gods Woord. Zorg ervoor dat het in uw leven gestalte krijgt.
Laten we nu gaan zingen:
Welzalig, waar Uw liefd’, o Heer, de band is,
die man en vrouw ten nauwste saam verbindt!
Waar beider ziel op ’t innigst verwant is,
daar ied’re dag hen aan Uw voeten vindt.
Waar zij in U zich eeuwig één gevoelen
en, vast aan U in lief en leed verkleefd,
geen hoger heil begeren noch bedoelen,
dan wat in U zijn bron en oorsprong heeft.
Welzalig ’t huis, dat rijk met vreugd gezegend,
U niet vergeet, maar zich in U verblijdt.
Welzalig ’t huis, door ziekt’ en smart bejegend,
als Gij, o Heer, daar Arts en Trooster zijt.
Dan zullen w’eens aan d’avond van ons leven
ontslapen in ’t vertrouwen op Uw kruis,
en ’t aardse huis, ons hier ter woon gegeven,
verwiss’len met Gods heerlijk Vaderhuis.
Geliefde vrienden, u hebt wel gemerkt dat ik vanmorgen erg opgewekt en blij gesproken heb. Als we hier bijeen waren gekomen voor een christelijke begrafenis in plaats van een trouwerij, dan zouden we misschien wat plechtiger geweest zijn. Toch zou er zelfs dan geen gebrek aan opgewektheid en blijheid geweest zijn. De blijdschap van een christen hangt niet af van de omstandigheden. Van filosofen werd wel gezegd dat zij zonder muziek gelukkig konden zijn en zo kunnen we ook van christenen zeggen dat ze onder alle omstandigheden blij kunnen zijn. Ik denk dat we er goed aan doen op een bruiloft van christenen erg blij te zijn, want een goedgeregeld, godvruchtig huisgezin is een krachtig bewijs van de kracht van het christendom.
Ik ken verschillende vrienden die, als zij over hun vrouw en kinderen praten, zeggen: “Als de ware godsdienst me niets anders dan mijn gelukkige gezin had gebracht, dan zou ik er zeker van zijn dat het van God kwam.” Als ik huisgezinnen zie waar geen tevredenheid heerst, geen vrede, geen geluk, wat zou ik dan willen dat de genade van God daar werd binnengebracht om de vijandschap, onenigheid, slechte sfeer, verbitterdheid, drank en dergelijke te verdrijven! Vertrouw er maar op, het ware geloof is net zo goed voor dit leven als voor het toekomende. En hoewel we dit geloof wensen wanneer we gaan sterven, willen we het net zo zeer als we aan het begin van het leven staan en in het bijzonder aan het begin van het huwelijksleven.
Bezit een ieder van u dit ware geloof? We zijn hier met een klein gezelschap bij elkaar, maar geloven we allemaal in de Heere Jezus Christus? Zijn we allen van de dood overgegaan tot het leven? Als dat niet zo is, laten we hier dan over nadenken, onze levenswandel bezien en ons tot de Heere bekeren. Als we Hem zoeken, dan zal Hij Zich door ons laten vinden. Waar Hij het verlangen naar genade geeft, daar zal Hij Zelf aan dat verlangen voldoen. Hij staat aan de deur en Hij zal spoedig in ieder hart komen dat geopend wordt om Hem te ontvangen. Moge God geven dat de huwelijksdag van onze geliefde vrienden voor sommigen die hier vanmorgen bij ons zijn de dag van hun geestelijke geboorte mag worden, het moment van bekering!
De Heere zegene u, en behoede u, en Hij doe Zijn aangezicht over u lichten! De Heere zegene u, naar lichaam en ziel, qua eten en drinken, op de kansel en thuis, met of zonder vrienden, in het licht van de voorspoed of in de duisternis van het verdriet! De Heere zij met u en met ons allen, totdat de dag aan breekt en de schaduwen vlieden! De genade van onze Heere Jezus Christus, en de liefde van God, en de gemeenschap des Heiligen Geestes zij voor altijd met u!
Amen.
* Deze toespraak is in 1894 in The Sword and the Trowel gepubliceerd.