Toen Hij reeds dicht bij de helling van de Olijfberg was gekomen, begon de hele menigte van de discipelen zich te verblijden en God met luide stem te loven om alle machtige daden die zij gezien hadden. (Lukas 19:37) Lees verder Psalm 100:1—5.
Ik hoop dat de leer dat Christenen somber moeten zijn snel uit het universum verdwenen is. Er zijn geen mensen in de wereld die zo’n recht hebben om blij te zijn. Er niemand met een grotere reden om vreugdevol te zijn dan de heiligen van de levende God. Alle Christelijke plichten moeten vreugdevol gedaan worden, zeker het loven van de Heere. Ik ben in gemeenten geweest waar de toon niet droeviger kon. Ze zongen zo verschrikkelijk langzaam dat ik me afvroeg of ze ooit aan het einde van Psalm 119 zouden komen. Met de uitdrukking van Watts, de eeuwigheid zou voor hen te kort zijn om er doorheen te zingen. De geest van de mensen leek zo klam, zo zwaar, zo dood dat het leek dat ze hun geest voorbereidden op de galg in plaats van de zegen van de altijd genadige God. Broeders, echte lof laat de klokken van je hart luiden en hangt de vlaggen uit. Hang je vlag niet halfstok wanneer je God looft. Nee, hijs elke kleur en laat elk vaandel wapperen in de wind. Laat alle krachten en hartstochten van je geest juichen en zich verblijden in God, je Verlosser. Zij “verblijden” zich. Wij zijn soms gewoon vreselijk bang om te blij te zijn. Sommige Christenen denken dat vrolijkheid een gevaarlijke dwaasheid is, of zelfs een verderfelijke ondeugd. De vreugdevolle 100ste Psalm is in de Engelse versies gewijzigd. In het tweede vers staan de woorden, “Dien de HEERE met vrees.” Maar de Schotse versie heeft minder distels en meer roos. Luister en vang de heilige blijdschap, “Dien de HEERE met blijdschap” (Psalm 100:2).
Ter overdenking
Het loven van God vereist geen dwaasheid of iets wat de aandacht op onszelf vestigt. Het betekend niet zingen “als of” we het menen! Geestelijk zingen drukt ware en hartelijke dankbaarheid uit naar God (Efeze 5:19—20; Kolossenzen 3:16) in vreugdevolle harmonie en een gezond volume (2 Kronieken 5:13).
Preek 678, 25 februari 1866