15 Maar ik vertrouw op U, o HEERE! Ik zeg: Gij zijt mijn God. 16 Mijn tijden zijn in Uw hand; red mij van de hand mijner vijanden, en van mijn vervolgers. 17 Laat Uw aangezicht over Uw knecht lichten; verlos mij door Uw goedertierenheid. 18 HEERE! laat mij niet beschaamd worden, want ik roep U aan; laat de goddelozen beschaamd worden, laat hen zwijgen in het graf. 19 Laat de valse lippen stom worden, die hard spreken tegen den rechtvaardige, in hoogmoed en verachting. 20 O, hoe groot is Uw goed, dat Gij weggelegd hebt voor degenen, die U vrezen; dat Gij gewrocht hebt voor degenen, die op U betrouwen, in de tegenwoordigheid der mensenkinderen! 21 Gij verbergt hen in het verborgene Uws aangezichts voor de hoogmoedigheden des mans; Gij versteekt hen in een hut voor den twist der tongen. 22 Geloofd zij de HEERE, want Hij heeft Zijn goedertierenheid aan mij wonderlijk gemaakt, mij voerende als in een vaste stad. 23 Ik zeide wel in mijn haasten: Ik ben afgesneden van voor Uw ogen; dan nog hoordet Gij de stem mijner smekingen, als ik tot U riep. 24 Hebt den HEERE lief, gij, al Zijn gunstgenoten! want de HEERE behoedt de gelovigen, en vergeldt overvloediglijk dengene, die hoogmoed bedrijft. 25 Zijt sterk, en Hij zal ulieder hart versterken, allen gij, die op den HEERE hoopt!
Ondanks alle benauwende omstandigheden hield Davids geloof stand, en werd het niet afgewend van Degene in Wie hij geloofde. Wat een gezegende reddende formule is dit! Zolang ons geloof, dat ons schild is, veilig is, kan de strijd zwaar zijn, maar is er geen twijfel over het eindresultaat. Als dat ons ontrukt kon worden, zouden wij net zo zeker verslagen worden als Saul en Jonathan, op de hoge plaatsen van het slagveld. David beleed openlijk zijn vastberaden trouw aan Jehova. Hij was geen mooi-weer-gelovige, hij kon zijn geloof bewaren bij scherpe koude, en het om zich heenslaan als een kleed dat in staat was al het dreigende kwaad op afstand te houden.
De soevereine Beschikker van het lot heeft alle aangelegenheden van ons leven in Zijn macht; wij zijn geen stukken en brokken op de oceaan van het lot, maar worden door een oneindige wijsheid naar onze welkome haven geloodst. Voorzienigheid is een zacht kussen voor bange hoofden, een middel dat de bezorgdheid sust, een graf voor de wanhoop. Het is wettig te verlangen naar ontkoming aan vervolging als het des Heeren wil is; en als ons dit misschien niet geschonken wordt in de vorm die wij verlangen, zal volhardende genade ons verlossing schenken in een andere vorm, door ons in staat te stellen smalend te lachen om alle razernij van de vijand.
Het geloof leidt werkelijk een wonderbaarlijk leven. Toen het geloof David tot zijn God bracht, zette het hem onmiddellijk aan tot zingen. Hij zegt ons niet hoe groot Gods goedheid was, want dat kon hij niet; er zijn geen maatstaven voor de onmetelijke goedheid van Jehova, Die de goedheid zelf is. Heilige verbazing bedient zich van uitroepen waar bijvoeglijke naamwoorden ten enenmale tekortschieten. Als wij niet kunnen meten, kunnen wij bewonderen; en hoewel wij niet nauwkeurig kunnen berekenen, kunnen wij wel vurig aanbidden.
Hemelse genade is niet geheel verborgen in de opslagruimte; ze heeft zichzelf al geopenbaard op talloze manieren ten bate van diegenen die de moed opbrengen hun vertrouwen in God te belijden. De goedheid des Heeren heeft zich bewezen voor het oog van hun medemensen, als berisping van een ongelovige generatie. De bewijzen van de gunst des Heeren jegens gelovigen zijn overweldigend; de geschiedenis wemelt van de verbazingwekkende voorbeelden, en onze levens zijn vol wondertekenen van genade. Wij dienen een goede Meester.
Het geloof ontvangt nu al een grote beloning, maar het ziet uit naar zijn volledige erfdeel in de toekomst. Wie zou niet verlangen zijn lot te verbinden met de dienaren van een Meester Wiens grenzeloze liefde alle heilige harten met verbazing vervult? Als heiligen de Heere niet liefhebben, wie doen dat dan wel? Liefde is het algemene debet van de gehele verloste familie; wie zou wensen van de last van de betaling ervan ontslagen te worden? De redenen om lief te hebben zijn voorhanden, want gelovige liefde is niet blind. Ieder van u, hef uw hoofd op en zing van hartelijke vreugde. God is getrouw, en stelt zelfs Zijn kleine kinderen die alleen maar hopen, niet teleur. Waarom zouden wij dan bevreesd zijn?
Overweging:
Als de wolk van moeite des Heeren gunst verbergt, weet het geloof dat zij weer kan gaan stralen, en daarom bidt het door de wolk heen dat hij mag oplossen.