Och, HEERE! Zekerlijk ik ben Uw knecht, ik ben Uw knecht, een zoon Uwer dienstmaagd; Gij hebt mijn banden los gemaakt. Psalm 116:16 Verder lezen: Romeinen 6:15-23
De vrijheid heilig te zijn is een grotere vrijheid dan het verlof zondig te zijn. De vrijheid gewetensvol te zijn, de vrijheid vergeving van zonden te kennen, de vrijheid overwonnen lusten te vertrappen, is een oneindig grotere vrijheid dan die welke me zou toestaan de gemakkelijke slaaf van de zonden te zijn en ondertussen de ijdele hoop te koesteren om op een dag het koninkrijk der hemelen binnen te gaan. De meest verregaande uitdrukkingen die ooit door de vrijmoedigste dienaar van vrije genade gebruikt kunnen worden, zijn op dit punt niet overdreven. Luther mag donderen zoveel hij kan en Calvijn al zijn redeneerkunde gebruiken, maar na al de grote dingen die gesproken zijn over de vrijheid waarmee Christus ons vrijgemaakt heeft, zijn we vrijer dan die mensen wisten. Een christen is even vrij als de lucht die hij inademt, wanneer hij leeft overeenkomstig zijn voorrechten. Is hij uiteindelijk toch gebonden, dan komt dit omdat hij zijn geest niet volledig op de verzoenende en vrijmakende invloed van het evangelie van de Heere Jezus Christus heeft gericht. Daarom mag de gelovige in de volste en breedste zin uitroepen: ‘Gij hebt mijn banden losgemaakt.’ Toch is deze vrijheid niet slechts verenigbaar met de meest diepgaande en eerbiedige dienst, maar is die dienst, inderdaad, een hoofdkenmerk van de verheven vrijheid. ‘Zekerlijk, ik ben Uw knecht; ik ben Uw knecht, een zoon Uwer dienstmaagd.’ Dit is niet in strijd met wat volgt: ‘Gij hebt mijn banden los gemaakt.’ Het feit dat ik Gods dienstknecht ben is voor mij een bewijs, een aanduiding, een heerlijke vrucht en een gevolg van het feit dat mijn banden door de grote Bevrijder, Jezus Christus, zijn losgemaakt. Dienst dus, evengoed als vrijheid!
Ter overdenking
Een christen is bevrijd van de slavernij van de zonde om een dienstknecht van God te worden. Blijkt dit uit jouw levensstijl? (Gal. 5:13)