Breng, wanneer u komt, de reismantel mee die ik in Troas bij Karpus achtergelaten heb, en de boeken, vooral de perkamenten. (2 Timotheüs 4:12) Lees verder Prediker 12:9—12.
Iemand die op de preekstoel klimt en beweerd dat hij de tekst ter plekke uit zal leggen en vervolgens een hoop onzin zegt, wordt door veel mensen verafgood. Als hij spreekt zonder voorbereiding, of net doet alsof, en nooit een maaltijd bereidt voor de hersenen van dode mensen dan is hij zelf zo’n dode. Hoe worden zij door de apostel terecht gewezen! Hij is geïnspireerd en toch wil hij boeken. Hij preekt al minstens dertig jaar en toch wil hij boeken! Hij heeft de Heere gezien en toch wil hij boeken! Hij had grotere ervaring dan de meeste mensen en toch wil hij boeken! Hij was optrokken in de derde hemel en hij had dingen gehoord die een mens niet kan uitspreken en toch wilde hij boeken! De apostel zegt tegen Timotheüs, en zo ook tegen elke prediker: “Blijf lezen” (1 Timotheüs 4:13, EV). Hij die nooit leest zal nooit gelezen worden. Hij die nooit citeert zal nooit aangehaald worden. Hij die geen gebruik maakt van de hersenen van een ander bewijst dat hij die zelf niet heeft. Broeders, wat waar is voor predikanten is waar voor alle mensen. Het is nodig dat je leest. Zie zo veel als je wilt af van lichte literatuur maar bestudeer zoveel mogelijk theologische werken, vooral van Puriteinse schrijvers, en Bijbelverklaringen. We zijn er van overtuigd dat je je vrije tijd het beste kunt besteden door te lezen of te bidden. Je zult veel instructies krijgen uit die boeken die je uiteindelijk kunt gebruiken als een wapen in dienst van je Heere en Meester. Paulus roept: “Breng de boeken.” Verenig je in die roep.
Ter overdenking
Welke Christelijke boeken staan er in je boekenkast? Gods Woord moet op de eerste plaats staan (2 Timotheüs 3:16—17), maar elke Christen zal er baat bij hebben als hij in ieder geval een concordantie, commentaren, een encyclopedie, een Bijbels woordenboek, een Christelijke theologie en een boek over de kerkgeschiedenis heeft. Vergeet niet dat, in tegenstelling tot de geïnspireerde schrijvers van de Bijbel, alle auteurs fouten maken (Jacobus 3:1-2). En als je boeken van een ander leent, vergeet dan niet dat daar Bijbelse principes voor zijn (Exodus 22:14; 2 Koningen 6:5; Psalm 37:21).
Preek 542, 29 november 1863