Overwin het kwade door het goede. Romeinen 12:21
Als iemand u kwaad gedaan heeft, vergeef dat dan niet alleen, maar neem wraak door hem een gunst te bewijzen. ‘Indien dan uw vijand hongert, zo spijzig hem.’ Misschien zegt u: Nou, het spijt me voor hem, maar hij is wel zo’n schurk, dat ik er niet aan moet denken om hem te helpen. En toch is hij nu juist degene aan wie u op grond van deze schriftplaats eten moet geven. Als hij dorst heeft, zeg dan niet: Ik hoop dat iemand hem zal helpen; ik heb geen gevoelens van wrok tegen die man, maar mij niet gezien om hem water te geven. Volgens het bevel van uw Heere is hij de man aan wie u drinken moet geven. Geef een zegen voor een vloek, een kus voor een klap, en een gunst voor onrecht. O, zegt u, dat is te hoog, daar kan ik niet bij. God kan u ook hiervoor de kracht geven die nodig is. Het is moeilijk, zegt u. Jawel, maar als u Christus als uw Meester aanvaardt, moet u doen wat Hij u zegt, en in plaats van terug te krabbelen omdat Zijn gebod vlees en bloed moeilijk toeschijnt, moet u roepen: Heere, vermeerder mijn geloof, en geef me meer van Uw Geest. Zeventigmaal zevenmaal vergeven zou Christus niet moeilijk vallen, want dat heeft Hij Zijn leven lang gedaan. Voor u zal het niet moeilijk zijn als in u dezelfde geest is die ook in Christus Jezus was. Hiertoe wordt u geroepen. Het is een nobele gemoedsgesteldheid, en het is buitengewoon moeilijk die te krijgen. Gods genade is er voor nodig, waakzaamheid, een leven dicht bij God, maar om deze redenen is het het des te meer waard Jezus te volgen, en daarom zouden we hier met heel ons hart naar moeten streven.