Een van de verwachtingen van de apostel Paulus voor voorgangers was dat de man Gods een man van kennis zou zijn. Zijn pastorale roeping zou in feite ook een roeping zijn tot diepe, ambitieuze studie. Om het woord van God juist te behandelen en de waarheid van de dwaling te onderscheiden, is het nodig dat de predikant kennis opdoet. Eeuwenlang betekende dit soort kennis verkrijgen dat predikanten mannen van de boeken zouden zijn – zeker, in de eerste plaats mannen van de Bijbel, maar ook van andere boeken.
De voorganger was iemand wiens bibliotheek goed gevuld was met alles wat nodig was om het geloof te bewaken en godsvrucht aan te moedigen. Na de uitvinding van de drukpers konden gewone dominees in West-Europa met relatief gemak een bibliotheek van enkele honderden boeken aanschaffen. C. H. Spurgeon was zo’n predikant die een pastorale bibliotheek opbouwde van meer dan 12.000 boeken met het uiteindelijke doel om een meer reine bruid aan Christus te presenteren.
C.H. Spurgeon was geen gewone predikant, en zijn pastorale bibliotheek was dat ook niet. Mijn onderzoek richtte zich op Nederlandse predikanten en hun pastorale bibliotheken, en het is duidelijk dat Spurgeons’ bibliotheek groter was dan die van welke Nederlandse predikant uit de zeventiende eeuw dan ook. De gemiddelde omvang van een Nederlandse dominees-bibliotheek die op een veiling werd verkocht was die van 1.138 boeken. Het dichtst in de buurt komt die van Balthazar Lydius, hij bezat iets minder dan zesduizend boeken.
Het opbouwen van een pastorale bibliotheek, zo vond Spurgeon, zou een integraal onderdeel moeten zijn van het ambtswerk. Hij moedigde diakenen zelfs aan om fondsen op te richten om hun voorgangers te helpen met het opbouwen van hun bibliotheken. Hij schreef: “Een goede bibliotheek moet worden beschouwd als een onmisbaar onderdeel van het kerkmeubilair; en de diakenen, wier taak het is ‘tafels te bedienen’, doen er goed aan als zij, zonder de tafel van de Heere of van de armen te verwaarlozen, en zonder de voorraden van de eettafel van de predikant te verminderen, oog hebben voor zijn studietafel.”
Spurgeon was ook een realist. Hij erkende dat niet iedere predikant de financiële mogelijkheden had om enkele duizenden boeken aan te schaffen. Voor predikanten die minder boeken hadden, gaf hij twee adviezen: 1. Koop een paar boeken van hoge kwaliteit; 2. “Beheers de boeken die je hebt.” “Lees ze grondig,” schreef hij. “Baad er in tot ze je verzadigen. Lees ze en herlees ze, kauw ze, en verteer ze. Laat ze in jezelf opgaan. Lees een goed boek meerdere malen door en maak er aantekeningen en analyses van. Een student zal merken dat zijn mentale gestel meer wordt opgebouwd door één boek dat hij grondig beheerst dan door twintig boeken die hij slechts vluchtig heeft doorgenomen.
Een deel van mijn onderzoek bestond uit het analyseren van de inhoud van 17de-eeuwse bibliotheken van Nederlandse predikanten. Helaas zijn de verslagen van de meeste bibliotheken van deze predikanten ofwel nooit op schrift gesteld, ofwel zijn de verslagen verloren gegaan. Maar er zijn een paar uitzonderingen. Als de bibliotheek van een Nederlandse predikant in de zeventiende eeuw groot genoeg was, liet zijn weduwe soms door een boekhandelaar een lijst opstellen van alle boeken die zij na zijn dood wilde veilen, en die lijst werd dan verspreid onder andere boekverkopers om potentiële kopers op de hoogte te brengen van de aanstaande veiling. In mijn onderzoek heb ik 236 van deze veilingcatalogi gevonden die bewaard zijn gebleven uit de bibliotheken van Nederlandse predikanten. (Enkele honderden andere veilingcatalogi uit deze tijd zijn bewaard gebleven van predikanten in andere West-Europese landen).
In Spurgeon’s geval echter is een groot deel van zijn bibliotheek bewaard gebleven in de Spurgeon Library (bekijk video) in Kansas City. De bibliotheek heeft een catalogus van alle boeken in hun collectie, meer dan 6.000 delen.
Welke pastorale wijsheid kan een voorganger uit Spurgeon’s bibliotheek halen? Elke bibliotheek die ik ben tegengekomen, inclusief die van Spurgeon, bevat tijdloze en actuele theologische werken. De ideale bibliotheek voor een predikant was er een met een kern van bepaalde soorten boeken waarop alle predikanten moesten bouwen (Calvijn, Augustinus, Luther, etc.) en de gedrukte overblijfselen van controverses uit hun specifieke tijdperk, waardoor de bibliotheek in een bepaalde tijd en plaats verankerd is. Spurgeon had beide in overvloed. Spurgeon’s bibliotheek is gebouwd op deze twee pijlers: boeken waarvan de theologische waarde generaties lang is blijven bestaan en die boeken waarvan het schrijven incidenteel was – ze waren belangrijk in een bepaald moment.
Spurgeon las, net als Nederlandse predikanten voor hem, ook boeken die van groot belang zouden zijn geweest voor zijn gemeente. Hij was niet alleen een theoloog – hij was een publieke intellectueel die zijn gemeente wilde laten zien hoe het leven geleefd moest worden als voor God. Om dat trouw te kunnen doen, verwierf Spurgeon boeken over geneeskunde, verschillende roepingen (mijnbouw bijvoorbeeld), en vele andere. Hij probeerde het dagelijkse leven van zijn volk te begrijpen, zodat hij in zijn pastorale werk specifieke pastorale noden kon aanpakken die zich zouden kunnen voordoen.
Uit een vluchtige blik op zijn bibliotheek blijkt duidelijk dat Spurgeon boeken las van nationaal en politiek belang. Hij had belangstelling voor de landen waar Groot-Brittannië in die tijd mee betrokken was. Er zijn veel boeken over hun koloniën, waaronder ten minste één spreekwoordenboek uit India. Er is een reële mogelijkheid dat hij deze had, deels, omdat hij ze interessant vond. Hij bezat veel fictie en hij had ook een bijzonder interessant boek over Yellowstone National Park. Lezen was duidelijk iets wat hij naast zijn studie in zijn vrije tijd deed. Maar waarom deze boeken over naties die onder Brits bewind stonden? Spurgeon beschouwde het als zijn pastorale roeping om de culturele gesprekken van die tijd te begrijpen, en nieuws uit deze verafgelegen plaatsen zou deel hebben uitgemaakt van de dagelijkse discussies. Dus om zijn gemeente te dienen, vond Spurgeon het wellicht de moeite waard om deze boeken aan te schaffen en te lezen.
Een krachtig denkvermogen is een essentieel onderdeel van de roeping van de trouwe predikant. Dat vereist dat zij boeken lezen. Een bibliotheek is een instrument in de pastorale bediening dat doelbewust gebruikt moet worden. Spurgeon gebruikte de alomtegenwoordige analogie dat boeken “voedsel verschaffen voor het brein van de predikant”. Hij vierde het idee dat kerken zich zouden verenigen om hun predikanten van voldoende inkomen te voorzien, zodat zij zich tegoed konden doen aan een vast dieet van goede, zielsverrijkende boeken.
En toch is er één ding dat niet vergeten mag worden, waarschuwde Spurgeon, en dat is dat het hemelse voedsel van de Schrift ons alomvattende genot moet zijn. “Bezoek veel goede boeken, maar leef in de Bijbel.”