Die de Zoon ongehoorzaam is, die zal het leven niet zien, maar de toorn Gods blijft op hem (Johannes 3:36b).
Bij velen kan het ongeloof toegeschreven worden aan zorgeloze onwetendheid. Bij anderen is de oorzaak onverschilligheid. Zij denken niet dat de zaak zo belangrijk Is. Zij weten wel dat het niet goed met hen staat, maar zij menen dat het eindelijk wel met hen terecht zal komen; en ondertussen bekommert het hen niet.
O mens, ik bid u als medeschepsel, laat mij een woord van beklag tot u richten. God verklaart dat Zijn toorn op u blijft, en noemt gij dat niets? God zegt: „Ik ben toornig op u”, en gij zegt tot Hem: „Het bekommert mij niet, het is voor mij van zeer gering belang.
Het rijzen of dalen van de effecten is voor mij van veel meer belang dan de toorn van God. Mijn middagmaal boezemt mij “Veel meer belang in dan of die oneindige God mij liefheeft of niet”. Dat is uw gedrag en ik vraag u of er een groter moedwil kan bestaan tegen uw Schepper, of een ijselijker vorm van onbeschaamde opstand tegen de eeuwige Heerser. Indien het u niet bekommert dat God toornig is op u – het behoort u te bekommeren; en het bekommert mij dat het u niet bekommert.