Zolang ik mijn pijn toeschrijf aan een ongeval, mijn verlies toeschrijf aan een vergissing van een ander, mijn ongemak aan een vijand, enzovoort, dan denk ik aardsgezind en zal ik mijn tanden breken op kiezelstenen; maar als ik opkijk naar mijn God en Zijn hand aan het werk zie, word ik kalm, ik heb geen woord van klagen: “ik zal mijn mond niet opendoen, want Gij hebt het gedaan. (Psalmen 39:10)” David gaf er de voorkeur aan in de handen van God te vallen en elke gelovige weet dat hij zich het veiligst en gelukkigst voelt wanneer hij erkent dat hij in de Goddelijke handen is. In discussie gaan met de mens is een slecht werk, maar smeken tot God brengt hulp en troost. “Werp uw zorg op den HEERE (Psalmen 55:23)” is een voorschrift dat gemakkelijk te beoefenen is als u ziet dat uw last oorspronkelijk van God afkomstig is.