Wees ten opzichte van elkaar vriendelijk en barmhartig, en vergeef elkaar, zoals ook God om Christus’ wil u vergeven heeft. (Efeze 4:32, EV) Lees verder Kolossenzen 3:17—4:2.
Wat hebben we gedaan? We hebben een paar keer gepreekt, maar met hoe weinig vuur. Soms hebben we gebeden, maar met hoe weinig hartstocht. We hebben zo nu en dan met zondaren gesproken, maar hoe halfslachtig was dat. We hebben iets gegeven voor de zaak van Christus, maar zelden hebben we iets gegeven waardoor we onszelf moesten verloochenen en een echt offer gaven. Soms geloofden we in God, maar wat een ongeloof was er met dat geloof vermengd. We hielden van Christus, maar met wat een koud en ongevoelig hart. “Om Christus’ wil.” Voel je de kracht ervan? Laat dit dan voor je ziel de machtig ruisende wind zijn om alle wolken van wereldsheid weg te blazen en de mist van de zonde op te klaren. “Om Christus’ wil.” Laat dat de tong van vuur zijn op een ieder van jullie. “Om Christus’ wil.” Laat dat de Goddelijke opgetogenheid zijn, de hemelse inspiratie die ons optilt van de aarde. “Om Christus’ wil.” Laat dat de Goddelijke geest zijn die ons moedig maakt als leeuwen en ons snel laat zweven als een arend in het dienen van de Heere. Hoeveel bent u mijn Heere schuldig? Heeft Hij ooit iets voor je gedaan? Heeft Hij je zonden vergeven? Heeft Hij je bedekt met de mantel van gerechtigheid? Heeft Hij je voeten op een rots gezet? Heeft Hij je voetstappen vast gemaakt? Heeft Hij de hemel voor je klaargemaakt? Heeft Hij jou voor de hemel klaargemaakt? Heeft Hij jou naam in het boek van het leven geschreven? Heeft Hij je mateloos gezegend? Heeft Hij een voorraad aan barmhartigheid die geen oog gezien en waar geen oor van gehoord heeft. Doe dan iets voor Christus wat Zijn liefde waard is. Wordt wakker uit je natuurlijke slaperigheid, en doe vandaag iets voor de zon ondergaat. Doe iets op een manier waarop het duidelijk wordt dat je de kracht voelt van deze Goddelijke reden “Om Christus’ wil.”
Ter overdenking
Voor ons werd Jezus arm en zonde gemaakt (2 Korinthe 8:9; 5:21), wij hebben Hem daar geen redenen voor gegeven. God gaf zelf een reden — Zijn onverdiende liefde. “Om Christus’ wil” moet een krachtige reden zijn voor onze gebeden (Romeinen 15:30), voor de bereidheid om als dwazen behandeld te worden (1 Korinthe 4:10), om te dienen (2 Korinthe 4:5), voor de bereidheid om te lijden (2 Korinthe 12:10; Filippenzen 1:29), voor burgerlijke gehoorzaamheid (1 Petrus 2:13) en voor de verspreiding van het Evangelie (3 Johannes 7). Wat wil jij doen om Christus’ wil?
Preek nr. 614, 12 februari 1865