De hemel en de aarde zullen voorbijgaan, maar Mijn woorden zullen geenszins voorbijgaan. Lukas 21:33
De Heere Jezus heeft Zijn volk zulke grote dingen beloofd, dat ik u hier de hele avond wel zou kunnen houden wanneer ik moest proberen de genadige woorden van de belofte te herhalen die van Zijn lippen stroomden. Hier is een van de heerlijkste ervan: ‘Al wat Mij de Vader geeft, zal tot Mij komen, en die tot Mij komt, zal Ik geenszins uitwerpen.’ Als u tot Hem komt, zal Hij u geenszins uitwerpen: Hij moet, Hij zal u aannemen. Hemel en aarde mogen voorbijgaan, en ze zullen voorbijgaan als de tijd daar is, maar nooit zal Jezus een ziel afwijzen die tot Hem komt. O dat velen van u in dit uur profijt van deze belofte zouden hebben! Waarde oude vriend, u hebt al heel veel wisselingen meegemaakt, maar al die tijd is deze belofte niet veranderd. Herinnert u het zich nog dat uw moeder u als jochie-met-een-krullenbol over Christus vertelde? Ja, zegt u, maar nu is het te laat. Nee, mijn waarde vriend, nee. Hemel en aarde zijn nog niet voorbijgegaan, en de belofte is niet voorbijgegaan. U mag tot Christus komen. Kom dan, en wees welkom, want er staat nog altijd geschreven: ‘Die tot Mij komt, zal Ik geenszins uitwerpen.’ ‘Waarom Hij ook volkomenlijk kan zalig maken degenen die door Hem tot God gaan, alzo Hij altijd leeft om voor hen te bidden.’ Vertrouw op deze belofte, ja, nu. Buig uw hoofd en zoek in stilte de eeuwig Gezegende, en u zult Hem vinden, want Zijn woord is voor u even betrouwbaar als het voor mij was, even betrouwbaar voor u als het geweest is voor de tienduizenden die het in verschillende tijden hebben beproefd, en ontdekt dat de belofte waar is.
