Gebed.
Onze Vader, Gij hoort ons als wij bidden. Gij hebt nu een Pleitbezorger en Bemiddelaar in de hemel. Wij kunnen niet tot U komen, tenzij Uw Heilige Geest ons het verlangen ingeeft en ons helpt terwijl wij smeken. We zouden willen vragen dat het onderwerp dat een moeilijkheid veroorzaakte voor Paulus, voor ons geen moeilijkheid hoeft te zijn. Mogen wij de Christus kennen en Hem bezitten als ons alles in allen. Wij kunnen deze moeite hebben over anderen, maar mogen wij het voor onszelf te boven zijn. Hij is alles voor ons, meer dan alles vinden wij in Hem. Wij aanvaarden U, Heere Jezus, om onze wijsheid, gerechtigheid, heiliging en verlossing te zijn. Wij zullen niets buiten U zoeken, want alles is in U. Onze zonde is vergeven. Onze zondige natuur is onderworpen. Wij hebben een volmaakte gerechtigheid. Wij hebben een onsterfelijk leven. Wij hebben een zekere hoop. We hebben een onwankelbaar fundament. Waarom zouden we verder kijken dan U? Waarom zouden wij bij onszelf te rade gaan, wetende dat Gij de enige bron zijt waaruit wij het levende water zullen putten, het enige fundament waarop wij gebouwd zullen worden. Wij zouden deze dag nieuwe wortels uitsteken en ons opnieuw vastgrijpen op de gezegende grond waarin genade ons heeft geplant.
O Heiland, openbaar Uzelf opnieuw, leer ons een beetje meer, help ons dieper in te zien in het goddelijk mysterie. Mogen wij U aangrijpen en vasthouden. Mogen wij uit U de voeding voor onze geest zuigen. Mogen wij in U zijn als een tak in de stam en mogen wij vrucht dragen van U. Zonder U kunnen wij niets doen.
Vergeef, bidden wij U, Uw dienaren, al hun omzwervingen in het verleden. Als wij U hebben vergeten, vergeet ons dan niet. Als wij buiten U om hebben gehandeld, vergeef ons die daad. Wis de zonde uit. Help ons in de toekomst alleen in U te leven, te spreken en zelfs te denken als in vereniging met ons levend Hoofd. Neem van ons alle leven weg dat strijdig is met het leven van Christus. Breng ons in volledige onderwerping aan Hem, totdat voor ons het leven Christus zal zijn in elke afzonderlijke levensdaad. Mogen wij nederig met God wandelen in een vreugdevol geloof in het volbrachte werk van Christus.
Heiland, zie om naar Uw geliefden en geef zegeningen overeenkomstig onze noden. Wij kunnen geen gebed bidden dat allen zou omvatten, maar Gij, grote Voorbidder, kunt voor een ieder pleiten en voor een ieder van ons de gewenste zegen verkrijgen. Zijn wij neerslachtig? Geef ons een sterker geloof. Zijn wij werelds geworden? Vergeef ons dit grote vergrijp en leid ons meer in geestelijke dingen. Zijn we vreugdevol geworden, maar zijn we de bron van vreugde vergeten? Heere, maak die vreugde zoeter en smakelijker met de zoete reuk van Uw eigen aanwezigheid. Moeten wij preken en voelen wij ons zwak? Oh! Wees onze kracht. Zijn wij bezig met de Zondagschool en hebben wij weinig succes gezien? Heere, leer ons hoe wij moeten onderwijzen. Geef ons onze jongens en meisjes om onze geestelijke beloning te zijn. Zijn wij ziekelijk? Zijn er die ons ergeren omdat ze onheilig en goddeloos zijn? Dit is inderdaad een vreselijke beproeving voor velen. Heere, help hen, zowel in hun persoonlijke ziekte als in deze grote geestelijke moeilijkheden. Hebben wij dierbaren, die wij van ganser harte liefhebben, die voor onze ogen wegkwijnen? Heere, heb medelijden met hen en herstel hen, geef hun geduld om de pijn te dragen en geef ons berusting in Uw wil in deze aangelegenheid. Wat ook de beproeving van Uw dienaren moge zijn, geef ons een ontkoming, opdat wij die kunnen dragen. Onze grootste zorg is echter te groeien in genade en te worden als onze Meester. We worstelen en we worstelen, maar hoe klein is onze vooruitgang! Heere, help ons in elke zaak waarin we ons verslagen hebben gevoeld. Als wij misleid zijn door gebrek aan waakzaamheid, Heere vergeef en help een andere keer. Als iemand van Uw dienaren de zekerheid van zijn geloof verloren heeft, geef hem dan om als zondaar tot Christus te komen als hij niet als heilige kan komen. En als iemand door satans verzoeking zwaar op de proef wordt gesteld, houd hem dan overeind, en als iemand gevallen is, help hem dan te zeggen: “Verblijd u niet over mij, o mijn vijandin! wanneer ik gevallen ben, zal ik weder opstaan.”
Kijk nu in grote barmhartigheid naar hen die onbekeerd zijn. Heere, red hen. Sommigen zijn heel achteloos. Heere, ze zijn dood. Kom en maak ze levend. Wij kunnen het niet zien, maar Gij kunt het wel. O, dat sommigen van de meest hardnekkige en verharde mensen vandaag nog verzacht mogen worden door de aanraking van Uw Geest en dat anderen die niet achteloos zijn, maar die zelfs het eeuwige leven zoeken, maar die de verkeerde weg gaan, dat hun hun dwaling getoond mag worden, dat zij door U op de weg geleid mogen worden, dat zij mogen kijken, en zien, en leven. Wij weten hoe velen van hen dit en dat willen zijn voordat zij Christus nemen als hun alles in allen. Mogen zij hun zoeken staken door alles in Christus te vinden. Daar Gij een gebedsverhorend God zijt en een God van vergiffenis, verleen heden ten dage menige vergiffenis van Uw hemelse hof, verzegeld met het bloed van de Verlosser, ondertekend met de Naam van de Vader. Oh! Heden, Heere, voordat mensen oud worden in zonde, voordat zij sterven in hun zonden, red hen met een eeuwige verlossing.
God zegene ons land en onze vorst. God zegene deze stad. Moge er geen onrust zijn tussen de verschillende ordes van mensen – de werkgever en de werknemer – maar moge er een algemene geest van goede wil zijn onder de mensen van deze stad en moge Gij ons voorspoedig zijn.
Gedenk alle mensen, vooral de armen, de weduwen en de vaderlozen, en allen die depressief zijn van geest, wier depressie neigt tot het falen van het verstand. De Heere geve hun herstel. O Heere, gedenk hen die sterven, laat hen niet sterven zonder hoop en moge Uw gelovig volk leren heen te gaan zonder zelfs maar de bitterheid van de dood te proeven. Mogen zij de rust ingaan, ieder in zijn eigen oprechtheid wandelend.
Red deze tijd van haar eigen intellectuele trots. Geef terug de geest van eenvoudig geloof in Christus, want wij begeren Zijn heerlijkheid. “Want van U is het koninkrijk en de kracht en de heerlijkheid, tot in eeuwigheid.
Amen.