Bijbels Dagboek, C.H. Spurgeon
“Voor Iedere Morgen”
…mede-erfgenamen van Christus… Romeinen 8:17
De grenzeloze gebieden van het heelal van de Vader zijn van Christus. Hij heeft hier een eeuwig recht op gekregen. Hij is de enige Eigenaar van de uitgestrekte schepping van God; Hij is de Erfgenaam van alle dingen. Omdat wij mede-erfgenamen van Hem zijn, mogen ook wij alles als het onze beschouwen. De gouden straten van het paradijs, de paarlen poorten, de rivier van het leven, de eindeloze zaligheid en de onuitsprekelijke heerlijkheid, ja alles is ons door onze gezegende Heere tot ons eeuwige bezit gegeven. Alles wat Hij heeft, deelt Hij met Zijn volk. Hij heeft een Koninklijke kroon op het hoofd van Zijn Kerk gezet. Hij ontkroonde Zichzelf, om ons met heerlijkheid te kunnen kronen. Hij wilde geen plaats nemen op Zijn eigen troon voor Hij een plaats had verworven voor allen, die door Zijn bloed zouden overwinnen. Als het Hoofd gekroond wordt, deelt het hele Lichaam in de eer. Zie hier de beloning voor iedere Christen-overwinnaar! Christus’ troon, kroon, paleis, kleren, schatten en erfenis, alles is van ons. Christus is oneindig verheven boven jaloezie en egoïsme. Hij is niet zelfzuchtig. Hij maakt anderen deelgenoten van Zijn voorrechten. ‘Ik heb hun de heerlijkheid gegeven, die U Mij gegeven hebt.’ De liefdeblijken van Zijn Vader zijn voor Hem nog heerlijker, omdat Zijn Volk die met Hem deelt. De heerlijkheid van Zijn Koninkrijk verheugt Hem nog meer, omdat Zijn volk met Hem in Zijn heerlijkheid gezien zal worden. De overwinningen die Hij heeft behaald, hebben voor Hem nog meer waarde, omdat zij Zijn volk hebben leren overwinnen. Hij verblijdt Zich in Zijn Koninklijke kleding, omdat Zijn zomen Zijn kinderen bedekken. Hij geniet nog meer van Zijn vreugde, omdat Hij Zijn volk roept om deze vreugde binnen te gaan.