Hij houdt maaltijd met je omdat jij het huis of er het hart voor zoekt, en jij met hem omdat Hij voor het eten zorgt. Hij zou niet bij je kunnen aanzitten als je het niet in je hart zou verlangen; je zou ook niet bij Hem kunnen aanzitten als Hij het eten niet meebracht. Zet dan de deuren van je ziel wijd open. Hij zal komen met de liefde die je verlangt te voelen; Hij zal komen met de vreugde waartoe jij je arme gedeprimeerde geest niet kunt brengen; Hij zal de vrede brengen die je nu niet hebt. Open slechts de deur voor Hem, en Hij zal er voor altijd wonen. O, wonderbaarlijke liefde, die zo’n Gast ertoe brengt om in zo’n hart te wonen!