Aan zijn voeten. Luk. 7:38
Oosterlingen houden veel van uiterlijk vertoon en bij hun Godsdienstige verrichtingen wijden zij meer aandacht aan de houding van het lichaam dan wij plegen te doen. Laat ons des te meer zorg wijden aan de houding van de ziel.
Het is belangrijk om onze houding tegenover de Heere na te gaan.
Hij draagt ons op het hart, (Hoogl. 8:6) in zijn schoot, (Jes. 40:11) in zijn hand, (Jes. 49:2,51:16), (1)} op zijn schouders, (Luk. 15:5)
Maar toch is de gewone plaats “aan zijn voeten”.
I. Het is een voegzame houding.
Die houding is uitnemend om velerlei redenen.
1. Daar Hij Goddelijk is, moeten wij Hem de ootmoedigste hulde bieden.
2. Daar wij zondig zijn, moeten wij nederig schuld belijden.
3. Daar Hij de Heere is, moeten wij ons ten volle aan Hem overgeven.
4. Daar Hij Alles is in alles moeten wij Hem een onwankelbare afhankelijkheid betonen.
5. Daar Hij oneindig wijs is, moeten wij zijn bestemde tijd afwachten. De besten zijn aan zijn voeten, en buigen zich blijmoedig voor Hem neer. De ergsten zullen er, huns ondanks, moeten komen.
II. Het is een helpende houding.
1. Voor een wenend boetvaardige. (Luk. 7:38) Onze ootmoed zal een hulp wezen voor onze boetvaardigheid. Onze nederige onderwerping zal ons verzekerdheid aanbrengen. Onze volkomen gehoorzaamheid zal ons toebereiden voor de arbeid in zijn wijngaard.
2. Voor een bekeerde, die tot rust komt. (Luk. 8:35) In zo’n houding worden duivels van ons uitgeworpen en regeren zij ons niet langer. In zo’n houding worden zij verre gehouden, en kunnen zij niet terugkeren. In zo’n houding geven wij het beste bewijs, dat wij wel bij ons verstand zijn.
3. Voor een pleitend voorbidder (Luk. 8:41) Wij pleiten het best, als wij het het nederigst zijn. Wij kunnen oversten van de Synagoge zijn, maar als ons hart breekt, dan vinden wij de meeste hoop “aan zijn voeten.”
4. Voor iemand, die graag van Hem wil leren.(Luk. 10:39) “Aan zijn voeten” toonde Maria: Een ootmoedige bewustheid van eigen onwetendheid. Een gelovig aannemen van het onderwijs van de Heere. Een hoopvol opzien tot Hem.
5. Voor een dankbare aanbidder. (Luk. 17:16) Aldus heeft de genezen melaatse zijn dankbaarheid uitgedrukt. Zo hebben de engelen aanbeden, Hem lovende, terwijl zij zich diep nederbogen. Zo zou ook ons hart zich in onuitsprekelijke dankbaarheid willen neerbuigen.
6. Voor een heilige, die de heerlijkheid van zijn Heeren aanschouwt. (Openb. 1:17) Overstelpt, verootmoedigd, opgetogen, vol van onuitsprekelijke blijdschap. Komt dan, onderwerpt u aan Jezus en buig u neer aan zijn voeten, Hij is zo waardig: betoont Hem allen eerbied. Hij heeft zoveel haat en boosaardigheid van u ontvangen: kust zijn voeten. Hij zal u zo volkomen begenadigen: dit mag u wel in het stof aan zijn voeten doen buigen. Hij zal u blijdschap schenken; ja er is geen grotere blijdschap, dan die van zich volkomen aan zijn zalige heerschappij te onderwerpen.
III. Het is een veilige houding.
1. Jezus zal ons die plaats niet weigeren, want het is een plaats, die wij behoren in te nemen.
2. Jezus zal hen, die zich met ootmoed en wanhopend aan zichzelf voor Hem neerbuigen, niet afwijzen.
3. Jezus zal niet toelaten, dat iemand leed doet aan hen, die een schuilplaats zoeken aan zijn voeten.
4. Jezus zal ons het eeuwige voorrecht niet ontzeggen van daar te verwijlen.
Laat het onze voortdurende plaats wezen.—”Aan zijn voeten”
Treurend of ons verblijdend; in hoop en vrees.
Lijdend of werkend; onderwijzend of leerend.
In het verborgen en in het openbaar; in leven en sterven.
O mocht ik met Maria eeuwig aan de voeten van de Meester zitten.
Snippers.
Opdat de matten of tapijten, die gewijd zijn door het gebed in het gezin, niet ontwijd zouden worden door de onreinheid van de straten, neem iedere gast, als hij een huis in Syrië of Palestina binnentreedt, de sandalen van zijn voeten en laat ze aan de deur. Daarna begeeft hij zich naar zijn plaats aan de tafel. In oude tijden was het de gewoonte van de Joden, gelijk wij dit in het gehele Oude Testament zien, om bij hun maaltijden met de benen onder elkaar gekruist te zitten—hetgeen in het Oosten nog heden ten dage overal gebruikelijk is-Zij zaten dan voor een blad, dat op een laag stoeltje was geplaatst en daarop bevond zich de schotel met het gerecht, waaruit allen zich bedienden. Maar deze gewoonte, ofschoon gedurende verscheidene eeuwen weer in zwang gebracht, schijnt in het tijdperk, dat op de Babylonische gevangenschap volgde, nagelaten te zijn. Hetzij zij al of niet de leunende houding van de Perzen hebben overgenomen: uit de uitdrukkingen, die gebruikt werden blijkt, dat de Joden in de tijd van Christus, evenals de Grieken en Romeinen, bij hun maaltijden leunden op rustbanken, die rondom de tafel stonden en ongeveer van dezelfde hoogte waren, als die thans in gebruik zijn. Wij zullen later zien, dat zelfs het Pascha in die houding gegeten werd. Het schone, diep treffende voorval; dat in Simon’s huis plaats had, kan niet anders worden verstaan dan door ons te herinneren, dat de gasten, die op de rustbanken rondom de tafel lagen, hun voeten gekeerd moeten hebben naar de toeschouwers, die buiten de kring van de genodigde gasten stonden.
AARTSDEKEN FARRAR.
Artabanus, een van de militaire ambtenaren bij de Atheners, werd door een zeker groot man aangezocht, om hem een audientie bij de koning te bezorgen. Hij kreeg ten antwoord, dat hij, eer hem die audientie werd toegestaan, zich voor de koning ter aarde moest buigen, omdat het de gewoonte van het land was, dat de koning niemand in zijn tegenwoordigheid toeliet, die hem niet op die wijze vereerde. Hetgeen nu aanmatigend was in een aardsen koning, is een gepaste wijze van nadering tot de Koning van de koningen. Nederigheid is de grondslag van onze omgang met Hem. Wij moeten ons neerbuigen voor zijn troon. Een zondaar, die te trots is om gehoorzaamheid te bewijzen aan zijn wet, kan geen gunst van Hem verwachten.
HANDBOOK OF ILLUSTRATION.
Toen de Deense zendelingen te Malabar enige van hun bekeerlingen een catechismus lieten vertalen, waarin geleerd werd, dat de gelovigen kinderen Gods worden, was een van de vertalers zo verrast en verbaasd, dat hij zijn pen neerlegde en uitriep “Dat is te veel!” Laat mij dit liever overzetten in: “Het zal hun vergund worden zijn voeten te kussen.”
G. S. BOWES.
Ds. Young bezocht eens op een stormachtige dag een van zijn gemeenteleden, een oude man, die zeer arm was en in een afgelegen hut op enige mijlen afstands van Jedburgh woonde. Hij vond hem met de geopende Bijbel op zijn knieën maar in zeer treurige uitwendige omstandigheden. Er was nauwelijks vuur op de haard, en door gaten in het dak en reten in de deur drong de sneeuw naar binnen. “Wat doet gij vandaag, John?” vroeg de heer Young, toen hij binnentrad. “O mijnheer,” antwoordde de gelukkige heilige, ik zit met groot genot onder zijn schaduw.”
THE CHRISTIAN TREASUNY.
Het doel van alle Christelijke prediking is om de zondaar bevend aan de voeten van de genade te brengen.
VINET.
(1) ’In de schaduw van zijn hand