En deze had een zuster, genaamd Maria, welke ook, zittende aan de voeten van Jezus, zijn woord hoorde. Luk. 10:38
Het gezin te Bethanië genoot het hoge voorrecht om de Heere dikwijls als Gast te ontvangen.
Allen waardeerden zij dit voorrecht, doch Maria maakte er het verstandigst gebruik van.
Martha streefde er naar om de Heere met het beste wat zij had te dienen.
Maria was vol van liefde voor Jezus, gelijk wij weten door haar zalving van Hem, en daarom wenste ook zij Hem te dienen met het beste wat zij had.
Zij deed dit door acht te geven op zijn woorden.
Zij was een heilige en verstandige vrouw en onze Heere prees de wijze waarop zij Hem diende.
Het zal dus veilig voor ons wezen om haar voorbeeld te volgen.
Laat ons leren van de vrouw, die als discipelin aan de voeten van onze Heere heeft gezeten en ons aldus leerde om het goede deel te kiezen.
Hier zien wij
I. De liefde in ruste, “welke ook zat aan de voeten van Jezus”.
Als de avond is neergedaald en al de leden van het gezin rondom de haard zijn gezeten, dan rust de liefde en oefent gemeenschap. Dan vergeet zij alle zorgen, is gelukkig te huis, en denkt noch aan de wereld daar buiten, noch zelfs aan de tijd.
Evenals Maria Wensen wij geheel en al te huis te zijn met Jezus, onze Heere. Wensen wij vrij te zijn van wereldse zorgen-daar wij alles overgeven aan Jezus. Wensen wij zelfs vrij te zijn van de zorgen, verbonden aan zijn dienst, de strijd voor zijn koninkrijk, en de last van de zielen, die aan onze hoede zijn toevertrouwd. Wensen wij te genieten van de zalige, vrije ogenblikken, die Hij ons schenkt, terwijl wij nadenken over de rust gevende onderwerpen, welke Hij ons zo duidelijk openbaart, en zo waar voor ons maakt.
Zijn werk voor ons voleindigd, aangenomen, immer van kracht en overvloeiend van onschatbare zegeningen.
Zijn grote gaven, die reeds ontvangen zijn.
Alle andere noodzakelijke en beloofde zegeningen van de genade, die ter bestemder tijd gewis komen zullen. (Rom. 8:32).
Geheel onze toekomst, voor tijd en eeuwigheid veilig in zijn dierbare handen.
Laat ons onbevreesd genieten van onze ledigen tijd met Jezus-een rusttijd, geen tijd van traagheid: -tijd om lief te hebben, te leren, gemeenschap te oefenenen na te volgen.
Tijd van verademing in de woning, waar anderen zich bezig houden met allerlei beslommeringen. Zie (Luk.10:40, 42).
Tijd om neer te zitten, en dat wel op de heerlijkste van alle plaatsen.
II. De liefde in nederigheid. “Aan de voeten van Jezus.” Dat een ieder onze Maria hierin persoonlijk navolgt. Zeg bij uzelf: “Ik verkies de voeten van Jezus tot mijn plaats.”
Laat mij niet:
Een drukke, immer bezige vrouw en huishoudster zijn, hetgeen iedereen wel kan wezen zonder genade te hebben; maar
1. Een boetvaardige, hetgeen een erkenning is van mijn onwaardigheid.
2. Een discipel, hetgeen een erkenning is van mijn onwetendheid.
3. Een ontvanger, hetgeen een bekentenis is van mijn ledigheid.
Deze houding betaamt mij, als ik bedenk, wat ik was, wat ik ben, wat ik wezen moet, wat mijn Heere is, en wat Hij voor mij is.
Laat mij zijn neerbuigende liefde loven, die mij deze zaligheid vergunt.
III. De liefde luisterende. “Zijn woord hoorde.”
Zij had het niet kunnen horen, indien zij de tijd niet had gehad om neer te zitten, of indien zij niet nederig was geweest en verkozen had aan zijn voeten te zitten.
Zij het ons beschoren, om het liefdewoord te vernemen, dat zegt: “Hoor, o dochter en zie!” (Ps. 45:11).
Luisterend naar hetgeen Jezus zegt in zijn Woord, in zijn schepping, in zijn voorzienigheid, en door zijn Geest in onze ziel.
Luisterend naar de toon van zijn stem, naar de klemtoon, waarmee Hij nadruk legt op hetgeen Hij zegt en het alles liefelijk maakt.
Luisterend naar Hemzelf. Hem bestuderend en tot in zijn hart lezende.
Luisterend en ons niet onze eigen denkbeelden, redeneringen, twijfelingen, begeerten en vooroordelen opdringend.
Luisterend, en de aanmerking en het ongeloof van anderen vergetend.
Luisterend en aan al het geroep van angst en zorg het zwijgen opleggend, zodat de eerbiedige stilte van het hart er niet langer door wordt gestoord.
Hoe liefelijk! Hoe leerrijk! Hoe wezenlijk “het goede deel”!
IV. De liefde in bezit.
Zij had haar Heere verkregen, zijn liefde, zijn tegenwoordigheid, zijn woord, zijn gemeenschap en zij zat neer in het volle genot van dit alles, zich verlustigende in hetgeen zij met zoveel blijdschap had ontvangen.
Zij had in die ene zaak voorzien in de behoefte van haar ziel, en zo zat zij neer geheel voldaan en verzadigd.
Zij had de belofte van haar Heere, dat zij er niet van zou worden beroofd en zij zat neer met de volle verzekerdheid van in deszelfs bezit gelukkig te zijn.
De belofte van haar Heere verzekerde haar, dat zij het goede deel, dat zij had gekozen, niet zou verliezen:
Door een koel woord van haar Heere. Door de toornige vermaning van haar zuster. Door een toekomende beproeving, verzoeking of bezigheid. Ja zelfs niet door de dood.
Zo rust zij dan in vast besloten standvastigheid: zij heeft haar ultimatum bereikt: verder dan haar Heere en zijn woord wil zij niet gaan.
O mochten wij meer met Jezus wezen! Dit is het ware leven!
Mochten wij meer naar Jezus horen! Dit is het ware dienen.
Mochten wij Jezus meer liefhebben! Dit is de ware rijkdom.
Mochten wij bij Jezus blijven en er nooit aan denken om Hem voorbij te willen streven. Dit is ware wijsheid.
Kruimels.
Ziet Maria, een en al eerbied, een en al aandacht, in volkomen rust, zich voedende met de leer van het eeuwige leven zij “zat aan de voeten van Jezus.” Met verstand en ijver heeft zij gebruik gemaakt van de gelegenheid om goeds te verkrijgen voor haar ziel. “Dit is mijn zomer, mijn oogst: laat mij de tijd uitkopen.”
JAY.
Maria zat neer om het woord te horen, gelijk Christus placht neer te zitten, als Hij het woord predikte (Matt. 5); (Luk. 14); (Joh 8); om aan te tonen, dat het Woord met een kalm, rustig gemoed gepredikt en gehoord moet worden. In de stilte van de nacht zal iedere stem worden gehoord en als het lichaam in ruste is, dan zal gewoonlijk de geest ook kalm wezen….. Als onze ziel rustig en kalm is, dan zijn wij geschikt om hemelse zaken te behandelen; daarom waren de leraren zittende in de tempel; en God verheugt zich erin om met ons te spreken en te handelen, als wij het meest afgezonderd zijn in ons binnenvertrek. Aan Abraham verscheen Hij, toen deze gezeten was aan de deur van zijn tent. (Gen. 18) De Heilige Geest daalde neer op de apostelen en vervulde het gehele huis, waar zij zaten. (Hand. 2)
De kamerling werd geroepen en door de prediking van Filippus
bekeerd, toen hij op zijn wagen zat. (Hand. 8)
HENRY SMITH.
Wat verdient meer onze lof, Maria’s ootmoed of haar leerzaamheid? Ik zie niet, dat zij een bankje nam en naast Hem zat, of een stoel om hoger te zitten dan Hij, neen, in de ootmoed van haar hart zit zij aan zijn voeten. Zij zat dus laag neer, maar werd op die plaats dan ook rijkeljk verwarmd door de hemelse stralen van zijn liefde. Hoe groter de onderworpenheid, hoe meer genade. Indien er een holte in de vallei lager is dan de andere, dan zullen daar de wateren worden verzameld.
BISSCHOP HALL.