De vrouw zeide tot Hem: Heere, geef mij dat water… Johannes 4:15
Ik zeg u dat het voor Jezus Christus, wat Zijn natuur betreft, net zoveel betekent om genadig te zijn, als het voor u en mij is om gul te zijn in het uitdelen van water. Het zegenen van arme en behoeftige zielen is geen moeite voor Jezus, geen verlies, geen belasting voor Hem. Alle pijn en moeite heeft Hij reeds lang geleden gedragen, en nu is het redden van schuldigen Zijn beloning, waarin Hij het loon op Zijn arbeid ontvangt (Jer. 31:16). Nu, als in deze tekst Gods genade zou zijn vergeleken met goud, zou die vergelijking geschikt zijn om de waarde ervan weer te geven. Maar u zou gezegd hebben: “Wie geeft er nu goud weg?” Hier wordt het echter vergeleken met water, water dat men gratis weggeeft, en dat onze Heere Jezus nooit weigert aan degenen die het van Hem begeren. Ik geloof daarom niet, dat als een gewoon mens water weggeeft, en Christus Zijn genade met water vergelijkt, dat Hij u zou laten zeggen: “Heere, geef mij dat water!” en u vervolgens zonder water weg zou sturen. Vriend, wees niet zo ongelovig om te denken dat de Heere Jezus gierig en onvriendelijk is, maar vraag om het levende water, en het zal u gegeven worden.