Mijn ziel maakt groot de Heere. Lukas 1:46
Als nu iemand van u niet een van deze snaren heeft kunnen aanraken, ga dan op de knieën, roep tot God en zeg: Waarom kan ik U niet groot maken, o Heere? Het zou me niet verrassen als u als reden zou ontdekken dat u zelf zo groot bent. Wie zichzelf verheerlijkt, maakt God nooit groot. Denk maar klein van uzelf en groot van God. Naar beneden met u, de diepste diepten in, en omhoog, hoger en nog hoger met uw gedachten aan God. Arme zondaar, u die God nog niet hebt aangegrepen, er is ook voor u een liefelijke muziek in het lied van de maagd. Misschien zegt u: Ik ben één brok zonde en een hoopje ellende. Uitstekend. Laat dat brok zonde en dat hoopje ellende maar achter, en laat Christus voor u alles en in allen zijn. Hij is een Heiland, laat Hij Zijn werk maar doen. Als iemand zich ergens als advocaat vestigt, en ik een zaak heb bij de rechtbank, dan moet ik niet overwegen hem de zaak in handen te geven, om dan later naar de rechtbank te gaan en me er zelf mee te bemoeien. Als ik dat deed, zou hij zeggen: Ik ga niet verder met die zaak als u me die niet alleen laat doen. Soms komt de gedachte misschien bij u op dat u iets moet doen om uzelf te behouden, en dan ook een beetje te delen in de eer van uw verlossing. Als u die gedachte niet opgeeft, gaat u verloren. Geef uzelf over aan Christus en laat u door Hem zaligen. Dan zal Hij daarna in u werken het willen en het werken, naar Zijn welbehagen, terwijl u in uw hart gaat zingen voor de Heere. Uit deze tiensnarige harp zal zo’n heerlijke melodie komen, dat velen zo verrukt zullen luisteren, dat ze naar uw Meester zullen gaan, om zelf les te krijgen in deze hemelse muziek!