Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: Indien het tarwegraan in de aarde niet valt en sterft, zo blijft het alleen. Johannes 12:24a
Mocht u daarom ooit belijders van het Evangelie iets van de betekenis van Golgotha’s zoenoffer horen afdoen, hoort het niet lijdelijk aan, maar toont dat u voor uzelf niets wilt weten dan Jezus Christus en Die gekruisigd. En waar de ongelovigen van onze dagen soms op hun wijze zeggen: „Dat Hij afkome van het kruis en wij zullen in Hem geloven”, tracht hen te doen verstaan dat hun eis niets minder is dan het Evangelie uit het Evangelie wegnemen. Door het kruis, waardoor de Heilige voor ons een vloek werd, werd Hij met ons, onreinen, één. Eén met ons, op het kruis, volbracht Hij als ons Hoofd en Middelaar al de gehoorzaamheid voor ons. In Zijn opstanding, door de Vader gerechtvaardigd van de vloek van de wet, is Hij als onze Leidsman tot het huis van de Vader ingegaan om ons daar plaats te bereiden, waarom ook alle zaligen in het nieuwe lied Hem roemen en prijzen zullen als het Lam, Dat voor ons geslacht is en door Zijn bloed ons Gode tot koningen en priesters heeft gemaakt. Nog een paradoxale waarheid is deze: de Zoon des mensen moest alleen zijn of alleen blijven. Let wel op de inhoud van het tekstwoord: indien het tarwegraan in de aarde niet valt en sterft –dat is: zo afgezonderd wordt, dat het alleen is– blijft het alleen.