Hoe Hij het land doorgegaan is, terwijl Hij goeddeed. (Handelingen 10:38) Lees verder 1 Petrus 2:12—21.
Ik bid dat God geeft dat we zonder twijfel rusten op de Heere Jezus met een levend geloof, zodat we gereinigd worden in Zijn kostbare bloed en voor Hem gaan leven. Hebben we iets te doen waar we direct aan kunnen beginnen? Laten we dat dan doen, wat onze hand ook maar vindt om te doen. Laten we niet blijven vragen om meer kracht dan we hebben. Als we het kunnen krijgen, dan is dat goed maar laten we het in de tussentijd doen met wat we hebben. Ga, huisvrouw, in je huis, vanaf de kelder tot de zolder, ga en doe goed. Er is daar genoeg voor je te doen. Ga, leraar, naar je kleine school, kom onder deze jongens en meisjes en laat je voorbeeld spreken. Er is daar genoeg voor je te doen. Ga, winkelier, naar je winkel, kom onder je collega’s en laat hier en daar een woord voor Christus vallen, en laat boven alles je voorbeeld schijnen. Er is daar genoeg voor je te doen. Ga, huispersoneel, in de keuken is genoeg voor je te doen. Doe goed van de kast tot de open haard en je zult ruimte genoeg hebben om het een koninkrijk te maken wat aan God gewijd is. Zonder je plek te verlaten, zonder je werk en gereedschap achter te laten, zonder dat één van jullie goede zusters non wil worden of zonder dat één van ons een monnik wordt, moeten we goeddoen waar we geroepen zijn. En dit is de beste voorbereiding op het doen van het goede, vernieuw je toewijding aan Christus, bid veel en ernstig, zoek naar de heiligende invloed van de Heilige Geest en ga dan in de kracht van je Meester. Laat dit je voornemen zijn, dat het als beeld van Jezus van je gezegd wordt, “Hij is het land doorgegaan, terwijl hij goeddeed.
Ter overdenking
Denk na over de tekst, “Uw wil geschiede, zoals in de hemel zo ook op de aarde” (Mattheüs 6:10). Uw wil is Gods doel, geschiede is onze taak, op aardeis de plaats en zoals in de hemel is ons voorbeeld. Verheug jij jezelf net als David in Gods wil (Psalm 40:8)? Bidt je samen met mij, “Leer mij Uw welbehagen te doen, want U bent mijn God” (Psalm 143:10)?
Preek 655, 22 oktober 1865