In het huis Mijns Vaders zijn vele woningen. Johannes 14:2
Jezus is langs de weg van Golgotha naar het huis van Zijn Vader gegaan. Als al Zijn werk is gedaan, en Zijn strijd voorbij, ontvangt Hij Zijn loon voor Zijn tijdelijke verblijf als Mens onder de mensen. Alle schande die Zijn werk noodzakelijk heeft gemaakt, is opgegaan in heerlijkheid nu Hij als Middelaar regeert. U, volk van God, wees niet meer bedroefd, want uw Heere is Koning, uw Zaligmaker regeert! De mensen mogen nog met Hem spotten, maar ze kunnen Hem geen lichtstraal van de heerlijkheid ontroven! Ze mogen Hem verwerpen, maar de almachtige Heere God heeft Hem gekroond! Ze mogen Zijn bestaan loochenen, maar Hij leeft! Ze mogen opstandig roepen: ‘Laat ons Hun banden verscheuren en Hun touwen van ons werpen’, maar de Heere heeft Zijn Koning gezalfd over Sion, de berg Zijner heiligheid, en niemand kan Hem van Zijn troon werpen. Halleluja! ‘Daarom heeft Hem ook God uitermate verhoogd en heeft Hem een Naam gegeven, welke boven alle naam is, opdat in de Naam van Jezus zich alle knie zou buigen.’ Laat daarom uw hart niet ontroerd worden door het rumoer van controverses, door de godslastering en de afkeuring in een boze tijd. Al is er een verwarring alsof de zee bruist met haar volheid, en al schuimen de bozen van woede tegen de Heere en Zijn Gezalfde – toch is de Heere gezeten over de watervloed, ja, de Heere zit, Koning in eeuwigheid. We moeten nog maar eens ‘halleluja’ zeggen. De Vorst is weer tot het Zijne gekomen. Hij is het paleis van Zijn Vader binnengegaan. De hemelen hebben Hem ontvangen. Waarom zouden we ontroerd zijn?