De hemel en de aarde zullen voorbijgaan, maar Mijn woorden zullen geenszins voorbijgaan. Lukas 21:33
Deze tekst betreft ook kerkmensen, vooral u, heel schuchtere ziel, die af en toe bang wordt dat aan al het goede een eind zal komen. Ik kom een paar lieve oude dames tegen, die heel nerveus zijn om wat er gaat gebeuren. Ze zijn bang dat er vreselijke tijden aanstaande zijn. Ja, daar is geen twijfel aan: die komen. Maar het is een zondige angst, die tot oneer is van de kracht en de waarheid Gods. Ze zijn er altijd geweest, alle eeuwen door, de Latimers en de Luthers, die niet bang waren dat Gods waarheid gevaar zou lopen. De mensen klaagden dat ze zo stellig waren, maar ze trokken zich niets aan van wat men over hen zei, en ze waren er waarschijnlijk niet minder gelukkig om, wat de wereld ook zei. Onder de Duitse vorsten had Luther een speciale vriend; en iemand heeft eens aan de reformator gevraagd: Stel, dat hij je niet langer zou beschermen, waar moest je dan schuilen? Onder het brede schild van de hemel, antwoordde hij – en Luther sprak wijze woorden. Hij wilde zich niet van enig mens afhankelijk voelen, maar van God alleen. Het is mijn wens dat u iets van deze heilige moed zult bezitten, mijn arme bevende vriendin. Kom niet opnieuw in een geestesgesteldheid van twijfel. Hemel en aarde zullen voorbijgaan. Wacht dan maar tot u ze ziet voorbijgaan. En als ze voorbijgaan, zit dan stil, en zing:
Als ’s werelds eind gekomen lijkt,
het raderwerk in ’t laatst bezwijkt,
dan blijft Gods vrede in ons hart:
een rots die wind en golven tart.