Uitgeput van haar omzwervingen, keert de duif uiteindelijk terug naar de ark als haar enige rustplaats. Noach heeft de hele dag naar zijn duif uitgekeken, en is klaar om haar te ontvangen. Zij heeft juist de kracht om de rand van de ark te bereiken, wanneer Noach zijn hand uitsteekt en haar tot zich trekt. Zij vloog er zelf niet in, maar was te bang of te ongerust om dat te doen. Zij vloog zo ver als zij kon, en toen stak hij zijn hand uit en trok haar tot zich. Precies zoals zij was, werd zij in de ark getrokken. Zo zult jij, zoekende zondaar, met al je zonde, ontvangen worden. “Keer terug” – dit zijn God’s twee genadige woorden – “keer terug.”