“Daarna zei hij tot Thomas: Breng uw vinger hier en zie mijn handen en breng uw hand en steek ze in mijn zij en wees niet ongelovig, maar gelovig.” Joh. 20:27
Hoe moet het Thomas getroffen hebben, toen zijn Heere dezelfde woorden tot hem richtte, die hij had gebruikt! (Zie (Joh. 20:25) Jezus weet hoe een woord tot ons hart te laten doordringen.
In de kerk van onze dagen hebben wij menig Thomas; langzaam, achterdochtig, kritiserend, vol van twijfelingen, en toch trouwhartig en oprecht.
Thomas stelde zijn Heere op de proef en aldus beproefde hij zijn lankmoedigheid.
De Heere nam die proef aan en daarmee betoonde Hij zijn grote neerbuigendheid.
De proef was voor Thomas voldoende en toonde dus de wijsheid van de Heere.
Wellicht zouden sommigen van ons ook graag een zodanige proefneming willen doen.
Tot deze zouden wij met ernst willen zeggen,
I. Verlang geen tekens.
Na de volledige bewijzen, die Christus aan zijn discipelen heeft gegeven, hebben wij er geen meer nodig en het zou verkeerd wezen om nog naar andere tekenen en bewijzen uit te zien. Toch wordt door sommigen naar wonderen gevraagd, genezing op het geloof, visioenen, stemmen, indrukken, zielsverrukkingen, neergedruktheid enz.
1. Het is onterend voor uw Heere.
2. Het is onredelijk, daar de waarheid voor zichzelf getuigt.
3. Het is aanmatigend. Hoe durven wij bewijzen eisen, die niet nodig zijn, of slechts onze vooroordelen strelen.
4. Het is schadelijk voor onszelf. Het geloof moet zwak wezen, als wij om zulke bewijzen vragen en in die zwakheid is een onberekenbaar kwaad verborgen.
5. Het is gevaarlijk. Wij kunnen gelijdelijk, hetzij tot ongeloof of tot bijgeloof gedreven worden, als wij aan dit verlangen naar tekens toegeven.
Stel u voor wat er van Thomas onder de invloed van zijn ongeloof had kunnen worden, indien de Heere niet tussen beiden was getreden.
II. Doch wendt u tot Christus’ wonden.
Laten deze de plaats van tekens en wonderen bij u bekleden.
Zie in deze wonden:
1. De zegels van zijn dood. Hij is wezenlijk gestorven. Hoe zou Hij die wond in zijn zijde hebben kunnen overleven?
2. De eenzelvigheid van zijn Persoon als wezenlijk verrezen.
3. De tekenen van zijn liefde. Hij heeft ons in zijn handpalmen gegraveerd.
4. De kentekenen van zijn strijd, waarvoor Hij zich niet schaamt, want Hij vertoont ze.
5. De gedenktekens van zijn lijden, waaraan Hij gekend wordt in de heerlijkheid als het Lam, dat geslacht is. (Openb. 5:6).
Dit moest meer dan volstaan voor u. Indien er echter nog twijfel overblijft:
III. Gebruik dan de bewijzen, die gij bezit.
1. Het heilig verhaal van het leven en sterven van onze Here. Indien het met opmerkzaamheid wordt bestudeerd, zal er een merkwaardige kracht van bewijs van uitgaan.
2. Het vernieuwende en reinigende resultaat van het geloof in onze Heere is mede een bewijs. “Aan hun vruchten zult gij hen kennen.”
3. De troost en verlichting, die het geloof schenkt in smart is een kostelijk bewijs.
4. De kracht, die er aan ontleend wordt in het uur van de verzoeking is mede een hulp.
5. De vurigheid van geest en de verhevenheid van doeleinden, die het geloof in Jezus schept, zijn nog verdere argumenten van de ervaring.
6. De bezoekingen van de Heilige Geest in de levendmaking van het hart, de opwekking van de geest, de leiding van het verstand zijn nog verdere bewijzen. Aldus geeft de Heilige Geest getuigenis voor onze Heere.
7. De gemeenschapsoefening met de Heere Jezus zelf is de sleutel van alles. “Wij hebben gekend en geloofd.” (1 Joh. 4:16). Is dit voor u een ijdel verhaal? Zo ja, gelooft gij dan niet oorzaak te hebben tot vrees? Probeer thans deze wonden te beschouwen met het oog van het geloof, opdat gij mag leven.