“Jezus zei tot haar: Vrouwe! Wat weent gij? Wie zoekt gij? Joh. 20:15
Sinds de val heeft de vrouw vele oorzaken gehad tot wenen.
Te midden van wenende vrouwen ging Jezus zijn dood tegen en bij zijn opstanding heeft Hij een klein gezelschap van haar ontmoet.
De eerste woorden van de verrezen Heiland zijn gericht tot wenende vrouwen.
Hij, die uit een vrouw was geboren, is gekomen om de tranen van de vrouwen te drogen.
Merk de verstandige methode, die door de goddelijke Trooster werd gevolgd op.
Magdalena moet vertellen waarom zij weent. “Wat weent gij?” De smart zal dikwijls verdwijnen, zodra men het haar probeert te verklaren. Het is verstandig om geheimzinnigheid te laten ophouden en de wezenlijke oorzaak van de smart te begrijpen.
Hij helpt haar door in zijn tweede vraag meer nabij te komen tot haar smart. “Wie zoekt gij?” Zij zoekt Hem. Hij zelf was het antwoord op zijn vragen.
In alle omstandigheden is Jezus de meest geschikte Vertrooster en de beste vertroosting.
Laat ons deze vraag: “Wat weent gij?” doen op twee verschillende wijzen.
I. Is het natuurlijke smart?
1. Heeft de dood u een van uw dierbaren ontnomen? De verrezen Heiland vertroost u; want-Hij verzekert u van de opstanding van de doden. Hij is met u, uw levende Helper. Hij kan met u voelen, want eens heeft Hij zijn vriend Lazarus verloren; ja en ook Hij zelf is gestorven.
2. Zijn die gij liefhebt ziek? Wees niet ongeduldig in uw smart; want Hij leeft om uw gebed om genezing te verhoren. Hij wacht om hen te zegenen, indien zij sterven.
3. Zijt gij zelf ziek? Wees niet ongeduldig; want Jezus leeft om uw pijn te verlichten. Jezus leeft om uw hart te ondersteunen onder lijden. Jezus leeft om leven te geven aan uw lichaam, gelijk Hij leven heeft gegeven aan uw ziel.
4. Zijt gij arm? Mopper niet, want Hij leeft en Hij is rijk. Hij wil, dat gij uw alles zult vinden in Hem. Hij zal u nooit verlaten of begeven.
5. Zijt gij bezwaard van geest? Wanhoop niet, maar Zie, waar zijn smarten Hem hebben gebracht. Zie, hoe Hij tot de bedroefden is gekomen, en hoe Hij nog komt. Zie, wat Hij doet in zijn dienstwerk van de vertroosting en volg Hem na door anderen te bemoedigen. Aldus zult gij zelf vertroost worden.
II. Is het geestlijke smart?
1. Weet te onderscheiden. Zie of zij goed of verkeerd is. “Waarom weent gij?” Is het zelfzuchtige smart? Schaam u erover. Is zij rebellerend? Heb er berouw van. Is zij onwetend? Leer van Jezus, dan zult gij er aan ontkomen. Is zij hopeloos? Geloof in God en blijf hopen. Is zij godvruchtig? Dank Hem er voor.
2. Spreek haar uit. Deel haar ten volle mee aan Jezus. “Waarom weent gij?” Is het smart om anderen? Hij weent met u. Zijn er van uw geliefden, die in de zonde volharden? Is de kerk koud en dood? Is het de smart van een zoekend heilige? Hij laat zich van u vinden. Mist gij zijn tegenwoordigheid? Hebt gij zijn Heilige Geest bedroefd? Kunt gij tot geen heiligheid komen? Kunt gij Hem niet dienen, zoals gij Hem wenst te dienen? Schijnt uw gebed vruchteloos te zijn? Komt uw oude natuur in opstand?
Is het de smart van iemand, die in twijfel verkeert? Hij zal u versterken. Kom als zondaar tot Jezus.
Is het de smart van een zoekend zondaar? Hij zal u ontvangen. Weent gij om zonde in het verleden? Zijt gij in angst vanwege uw bedorven natuur? Zijt gij onbekwaam, om het evangelie te verstaan? Weent gij, omdat gij vreest u wederom te verharden? Treurt gij, omdat gij niet kunt treuren?
Hij is voor u: geloof in Hem en uw wenen zal een einde nemen.
Hij neemt u aan: in Hem hebt gij alles, wat gij zoekt.