De andere dag zag Johannes Jezus tot zich komende en zei: Zie, het Lam Gods, dat de zonde van de wereld wegneemt! Joh. 1:29
Plaatsen en tijden worden gedenkwaardig zodra zij in verband worden gebracht met onze Heere; vandaar dat ons gezegd wordt, wat er op deze of die dag te Bethabara geschied is en wat er “van de anderen daags” voorviel.
Laat ons met grote zorgvuldigheid heilige herinneringen bewaren- in het bijzonder herinneringen aan Jezus-en de tijden, toen wij de Heere zagen.
In het verhaal, dat voor ons ligt, was de prediker een merkwaardig man en zijn onderwerp was dit nog meer. Johannes de Doper predikt Jezus.
Wij hebben hier een voorbeeld voor iedere dienstknecht van Christus.
I. De getrouwe boodschapper.
1. Hij is iemand, die Jezus ziet voor zichzelf. Er was een tijd dat Johannes de Christus niet heeft gekend, maar op een gegeven moment heeft de Heilige Geest Hem aangeduid. Vers 33. De ware heraut van Jezus is gelijk Johannes. Hij ziet uit naar de verschijning van zijn Heere. Hij verblijdt er zich in om Jezus te prediken als Een, die hij zelf gezien en gekend heeft en nog meer hoopt te zien. Hij predikt Hem als gekomen en als komende.
2. Hij roept de mensen op om Jezus te zien: “Ziet het Lam Gods.” Dit doet hij eenvoudig en met vertrouwen. Dit doet hij voortdurend: het is zijn enige boodschap. Johannes predikte hetzelfde, “De volgende dag wederom.” (Joh. 1:35). Hij had kracht genoeg om anderen te overreden om zijn volgelingen te zijn. Hij had ootmoed genoeg, om zijn volgers te overreden om hem te verlaten voor Jezus. Dit is de heerlijkheid van Johannes de Doper. Hij had genade genoeg, om hem blijdschap hierin te doen vinden. Onze redenen behoren de mensen er toe te brengen, om van ons tot Christus te gaan. “Wij prediken niet onszelf, maar Christus Jezus, de Heere,” (2 Kor. 4:5).
3. Hij verliest zichzelf in Jezus. Hij ziet daar de noodzakeligkheid van in. “Hij moet wassen, maar ik minder worden,” (Joh. 3:30). Hij ziet hier de betamelijkheid van in: hij weet, dat hij zelf slechts de vriend van de Bruidegom is, niet de Bruidegom zelf, (Joh. 3:29). Zalig de leraar, van wie dit alles gezegd kan worden.
II. De ware boodschap.
Johannes’ woord was kort, maar nadrukkelijk.
1. Hij verklaarde, dat Jezus “van God” gezonden en verordineerd was.
2. Hij verklaarde Hem het enige ware, van God verordineerde offer te zijn voor de zonde, -“het Lam Gods.”
3. Hij verklaarde Hem de enige wegnemer te zijn van de menselijke schuld, -“dat de zonde van de wereld wegneemt.”
4. Hij verklaarde Hem voorgesteld te zijn als het Voorwerp des geloofs, -“Ziet het Lam.” Hij vermaande zijn hoorders op Hem te zien, met het zien, dat behoudt.
Het doel van alle prediking en van alle ordinantiën is om de mensen er toe te brengen op Jezus te zien. Beide Johannes, die voor Jezus uitliep en wij, die na Hem komen, moeten naar dezelfde richting heenwijzen.
III. Het ware aannemen van die boodschap.
Het gedrag van Johannes’ discipelen toont, dat wij, betreffende het getuigenis van het evangelie, wijs zullen handelen, met
1. Het te geloven en aldus Jezus te erkennen als het Offer, dat onze zonden wegneemt.
2. Jezus te volgen. Zie (Joh. 1:37).
3. Jezus te volgen, zelfs als wij alleen zijn. Deze vormden de voorhoede van de grote menigte, die van die tijd af Jezus gevolgd zijn. Zij wisten niet welk lijden, dit met zich zou brengen, maar gingen het eerst en gingen vooraan.
4. Bij Jezus te blijven. Zie (Joh. 1:39).
5. Heen te gaan en anderen van Jezus te spreken. Zie (Joh 1:40, 41).
Hier is dus een les voor hen, die prediken. De preek van Johannes was kort, maar vol van Jezus en zij was vol van kracht om zielen te winnen. Volg hem na.
Hier is mede een voorbeeld voor hen, die geloofd hebben. Hier is een evangelie voor hen, die tot nu toe de Heiland nog niet gekend hebben.
Bijzondere gevallen.
Toen ik in 1857 in het Kristallen Paleis zou prediken, ging ik er een paar dagen te voren heen om te bepalen, waar de predikstoel geplaatst moest worden. Om de acoustic van het gebouw te beproeven, riep ik met luider stem: “Zie het Lam Gods, dat de zonde van de wereld wegneemt.” Op een van de galerijen bevond zich een werkman, die niet wist wat er beneden geschiedde. Hij hoorde die woorden, en zij kwamen als een boodschap van de hemel tot zijn ziel. Overtuigd van zonde, legde hij zijn gereedschappen neer, ging naar huis en na een tijd van inwendige strijd vond hij vrede door op het Lam Gods te zien. Jaren daarna heeft hij dit voorval verhaald aan een vriend, die hem op zijn sterfbed bezocht.
C. H. S.
Men verhaalt van John Wesley, dat hij eens predikende voor een vergadering van hovelingen en edellieden, de tekst van het “adderen gebroedsels” had genomen en rechts en links scherpe vermaningen en bestraffingen liet horen. “Die preek hadt gij in Newgate (de gevangenis) moeten houden,” zei een vertoornd hoveling tot Wesley, terwijl hij het gebouw verliet. “Neen,” zei de onversaagde apostel, “daar zou ik tot tekst gekozen hebben: “Ziet het Lam Gods, dat de zonde van de wereld wegneemt.”
Een jonge telegrafist verkeerde in grote bekommering over zijn ziel. Na een slapeloze nacht begaf hij zich naar zijn kantoor. Terwijl hij onrustig en geheel verdiept was in de gedachten dat hij een zondaar was, hoorde hij het sein van het instrument en vol verbazing en diep geroerd schreef hij op wat geseind werd:
“Van H… Aan J…B…
te Windermere. te Warkworth.
“Zie het Lam Gods, dat de zonde van de wereld wegneemt, in wie wij hebben de verlossing door zijn bloed, namelijk de vergeving van de zonden.”
Dit telegram werd gezonden in antwoord op een brief van een jonge man, die, evenals hij, vrede zocht. Het werkte als een dubbele zegen, door beide aan de telegrafist en aan de geadresseerde de weg van de zaligheid te wijzen.