Komt dan, en laat ons samen rechten, zegt de Heere: al waren uw zonden als scharlaken, zij zullen wit worden als sneeuw, al waren zij rood als karmozijn, zij zullen worden als witte wol. Jes. 1:18
De zondige toestand van de mens is schrikkelijk. Dit is in de voorafgaande verzen van dit hoofdstuk levendig voorgesteld. Hij is geheel en al van God vervreemd. God zelf treedt tussen beiden om een verandering te weeg te brengen. Het vredesvoorstel komt altijd van zijn zijde. Hij dringt er op aan, dat er terstond een conferentie zal worden gehouden. “Komt dan, en laat ons samen rechten.” Die bijeenkomst moet terstond plaats hebben, “komt nu,” (1) want het gevaar is te groot om ook maar een ogenblik uitstel te gedogen. God is voortvarend, laat ons niet aarzelen en uitstellen. In onze tekst hebben wij, –
I. Een uitnodiging tot een conferentie.
Zondige mensen denken niet graag, zijn niet tot stilstaan geneigd om over de dingen na te denken en ze in het aangezicht te zien; maar tot deze onaangename plicht worden zij dringend vermaand. Als zij redeneren, dan redeneren zij eerder tegen God dan met Hem. Hier is echter geen voorstel tot een discussie of woordentwist, maar tot een onderhandelen met het oog op verzoening. Ook dit wordt door het ongodvruchtig hart afgeslagen.
1. Zij geven de voorkeur aan het waarnemen van plechtigheden. Uitwendige handelingen zijn gemakkelijker en vereisen geen nadenken.
2. Toch is het een zaak, die zeer ernstig nadenken en beraadslaging vereist, en ook verdient; want God, de ziel, de hemel en de hel zijn erbij betrokken. Nooit was verstandige raad meer wenselijk.
3. Het kan geen goeds teweegbrengen, als men die raad veronachtzaamt. Het is een van die zaken, die nooit vanzelf terecht komen.
4. Het is een grote goedertierenheid van de zijde van de Heere om een conferentie voor te stellen. Misdadigers worden niet dikwijls door koningen uitgenodigd om met hen te beraadslagen.
5. De uitnodiging is een waarborg, dat Hij vrede begeert, dat Hij bereid is te vergeven, er naar verlangt om ons recht voor Hem te doen staan.
6. De aanwijzing van het tegenwoordige ogenblik als het tijdstip voor dit te samen rechten is een blijk van zijn grootmoedige wijsheid. “Komt zoals gij zijt” tot God in Christus, zoals Hij is. De liefde nodigt u in al uw zonde en ellende.
II. Een voorbeeld van rechten–of redeneren van Gods zonde.
1. De ene voorname grond van verschil wordt eerlijk aangewezen, – “Al waren uw zonden als scharlaken.” God roept de grootste zondaren tot zich, terwijl Hij hen kent als zodanig.
2. Deze grond van verschil zal God zelf wegnemen, –”zij zullen wit worden als sneeuw.” Hij zal vergeven en aldus de twist beslechten,
3. Hij zal de overtreding volkomen wegnemen, –”als sneeuw,” als “witte wol.”
Hij zal voor altijd de schuld van de zonde wegnemen.
Hij zal de straf van de zonde kwijtschelden.
Hij zal de heerschappij van de zonde te niet doen.
Hij zal het terugkeren van de zonde beletten.
4. Hij verklaart door zijn eigen Woord, hoe dit geschiedt. Vrije vergeving, die de schuld uitdelgt. Volkomen genoegdoening, die de straf afwendt. Wedergeboorte door de Geest, die de macht van de zonde verbreekt. Voortdurende heiligmaking, die haar terugkeer verhoedt. Zie dan, hoe de weg voor uw terugkeer tot God voor u geeffend is. Denk er ernstig over na en bespreek de zaak terstond met God.
III. Dit voorbeeld van redenering is een samenvatting van het gehele argument.
Iedere tegenwerping is voorzien.
1. Het bijzonder erge en vreselijke van uw zonde, “rood als karmozijn.” Hierin wordt voorzien door een bijzondere verzoening, die ons reinigt van alle zonde.
2. De grote voortdurendheid van uw zonde. Laken, dat karmozijn gekleurd werd, is lang in de verf gebleven. Het bloed van Jezus reinigt terstond.
3. Het licht, waartegen gij gezondigd hebt. Dat geeft een schrille kleur aan uw zonde. Maar “alle zonde en lastering zal de mensen vergeven worden.”
4. Het smart aan doen aan de Heilige Geest. Ook dit wordt door Jezus weggenomen.
5. Het falen van uw pogingen om uw ziel wit te maken. Scharlaken of karmozijn kan door geen menselijke kunst worden weggenomen; maar de Heere zegt: “Ik delg uw overtredingen uit.”
6. De wanhoop, die door uw zonde wordt geboren. Die zonden zijn zo groot en schrikkelijk, dat zij altijd voor uw ogen zijn, toch zullen zij afgewassen worden door het bloed van het Lam, dat de zonde van de wereld wegneemt. Komt dan, Uw leraar pleit bij u voor God.
Kan het goed wezen, om op Gods uitnodiging geen acht te slaan? Welk nadeel kan er voor u uit een samenkomst met Hem voortvloeien? Moet het niet goed wezen om met uw Maker verzoend te zijn?
Wat zal het wezen, als de dag van heden u “wit gemaakt,” ziet “als sneeuw?”
(1) Naar de Engelse overzetting.