Uw hart zij niet nijdig over de zondaren; maar zijt te allen dage in de vreze des Heeren. Want zekerlijk, er is een beloning; en uw verwachting zal niet afgesneden worden. Spreuken 23: 17-18
Als we de goddelozen in voorspoed zien, kunnen ze je jaloers maken. Als je het geluid van hun vrolijkheid hoort en jijzelf bedroeft bent, denk jij half dat ze het het beste hebben. Dit is dwaas en zondig. Als we hen beter kenden, en in het bijzonder aan hun einde denken, zouden we medelijden moeten hebben. Het middel van genezing voor deze afgunst ligt in een voortdurend besef van de Goddelijke tegenwoordigheid, in het aanbidden van God en in de gemeenschap met Hem, en dat de hele dag door. Ware godsdienst verheft de ziel naar hogere gewesten, waar het oordeel duidelijker wordt en de verlangens meer verheven zijn. Hoe meer van de hemel er is in ons leven, hoe minder we van de aarde zullen nodig hebben. Ontzag voor God verjaagt jaloersheid op mensen. De dodelijke klap voor jaloezie is een kalme overdenking van de toekomst. De rijkdom en glorie van de goddelozen zijn een tevergeefse vertoning. Deze pralende uitstraling knippert een uur en wordt dan uitgeblust. Wat voordeel heeft een voorspoedige zondaar als het oordeel komt? Wat de godvrezende mens betreft, zijn einde is vrede en zegen, en niemand kan hem van zijn vreugde beroven. Zie daarom af van de jaloezie en je zult vervuld worden met een langdurige zoete tevredenheid.