Bijbels Dagboek, C.H. Spurgeon
“Voor Iedere Avond”
Indien wij in het licht wandelen, gelijk Hij in het licht is. 1 Johannes 1:7
Gelijk Hij in het licht is. Zullen wij hiertoe immer kunnen geraken? Zullen wij immer zo klaar in het licht kunnen wandelen als Hij, die wij onze Vader noemen, van wie geschreven staat: “God is een licht en in Hem is geheel geen duisternis”? Voorzeker is dit het voorbeeld, ons voorgesteld! Immers de Heiland zelf zei: “weest dan gijlieden volmaakt, gelijk uw Vader, die in de hemelen is, volmaakt is!” en al beseffen wij, dat wij de volmaaktheid Gods nimmer kunnen evenaren, wij moeten er nochtans naar streven, en niet voldaan zijn voordat wij haar hebben bereikt. De jeugdige kunstenaar, waar hij zijn onervaren tekenstift bestuurt, kan bezwaarlijk hopen een Raphael of Michel Angelo op zijde te streven; maar als hij geen verheven ideaal voor zijn zielsoog heeft, zal hij slechts kunnen bereiken wat gemeen en alledaags is. Maar wat wil de uitdrukking zeggen, dat de Christen in het licht moet wandelen, evenals God in het licht is? Het betekent gelijkvormigheid, niet gelijkheid. Wij zijn even zo zeker, zo hartelijk, zo waar en zo oprecht in het licht, al zijn wij er niet in dezelfde mate in. Ik kan niet in de zon wonen, zij zou te schitterend wezen om mij tot woonplaats te dienen, maar ik kan wandelen in het licht van de zon; zo ook, al kan ik de volmaakte reinheid en waarheid niet bereiken, die de Heere van de legerscharen eigen is, zo kan ik mij de Heere toch gedurig voorstellen, en door de hulp van zijn Geest, die in mij woont, naar gelijkvormigheid aan zijn beeld streven.