En Ik zal vijandschap zetten tussen u en deze vrouw, en tussen uw zaad tussen haar Zaad; Datzelve zal u de kop vermorzelen, en gij zult Het de verzenen vermorzelen. Genesis 3:15
De eerste gelovigen hebben op deze eerste Evangelieprediking gesteund. Dit woord was voor Adam en Abel de enige Godsopenbaring. Het was deze eenzame ster die Abel aan de hemel zag schitteren. Hij zag haar en hij geloofde. Bij het licht van die ster las hij het woord offer, en daarom bracht hij van de eerstelingen van zijn kudde en legde ze op het altaar. In Abel kwam al openbaar hoe het Zaad van de vrouw werd gehaat. Om zijn getuigenis werd hij door zijn broer vermoord. Van Henoch, de zevende van Adam, lezen we dat hij geprofeteerd heeft van de tweede komst des Heeren, maar we zien niet dat hij ook van de eerste komst heeft vermeld. De belofte van onze tekst bleef dus zijn enige troostwoord. De fakkel die binnen de poorten van Eden ontstoken was – op het ogenblik dat de mens daaruit verdreven zou worden – verlichtte de wereld voor alle gelovigen tot de tijd van Noach. Toen behaagde het de Heere tot Noach te spreken en meer licht te schenken, en de openbaring van Zijn verbond te vernieuwen en te verruimen. De oude aartsvaders, die vóór de zondvloed hebben geleefd, hebben zich verblijd in de belofte van de eerste Evangelieprediking. Steunend op deze belofte zijn zij in het geloof gestorven. Wat ligt er een heerlijke volheid van betekenis in deze belofte. Het ganse Evangelie is erin vervat. Alle grote waarheden van het Evangelie zijn erin verborgen. Hier wordt de ontzaglijke verborgenheid van de menswording van Christus verkondigd. Het Zaad der vrouw, dat is Christus. En het is het ook niet onduidelijk hoe deze menswording tot stand zou komen. Jezus werd niet geboren op de gewone wijze der mensen. Maria werd overschaduwd door de Heilige Geest. Het Heilige Dat uit haar geboren werd, was het Zaad der vrouw, zoals geschreven is: ‘Zie, een maagd zal zwanger worden, en zij zal een Zoon baren, en Zijn Naam Immanuël heten.’ De belofte geeft duidelijk te kennen dat de Verlosser uit een vrouw geboren zou worden.