… en Ik zal met u zijn. Genesis 31:3
Jakobs reis zou een heel gevaarlijke worden. Hij wist dat Laban er niets mee op zou hebben, en hem misschien zou achtervolgen. Maar God zegt: Ga, en Ik zal met u zijn. Hij besefte ook dat zijn broer Ezau vrij zeker wraak op hem zou nemen vanwege de nare streek die hij met hem had uitgehaald. Dat raakte zijn geweten, en hij vreesde en beefde. Maar God zei: ‘Ik zal met u zijn.’ De meest effen weg door de wereld is verkeerd als God ons niet gebiedt die te gaan, en de hobbeligste weg waarvan we het minste verwachten, zal blijken veilig en goed te zijn als God ons beveelt de reis te maken. Jona dacht dat het uitstekend was om naar Tar- sis te gaan, maar God was niet met hem en hij kwam terug langs een weg waarvan hij nooit had gedacht die te zullen gaan. Als u uw eigen weg gaat, dan wens ik u toe dat u het geluk zult hebben een even goede terugreis te krijgen als Jona, want terug moet u zeker! Maar al is de weg nog zo oneffen – als het Gods weg is, zult u erover snellen als een jonge ree. God zal uw voeten maken ‘gelijk als der hinden’, en u zult treden op uw hoge plaatsen. ‘Ijzer en koper zullen uw schoenen zijn, en zoals uw dagen, zo zal uw kracht zijn.’ Alleen dit: let erop dat u een weg gaat waarin de Heere met u kan zijn, want er zijn sommige wegen waar u God nooit zult vinden. Hij kan niet wandelen in de wegen van de zonde, van het wereldse, of van het zoeken van zichzelf: als we die wegen kiezen, moeten we alleen gaan.