Doe uw mond wijd open, en Ik zal hem vervullen. Psalm 81:11
De aansporing is: ‘Doe uw mond wijd open.’ Hoe moeten we dat doen? Het gebod heeft te maken met bidden, met verlangen en zo meer. Hier is evenwel ook een vermaning om zich in te spannen vanuit een sterk besef dat het nodig is. Waarom doet een vogel zijn bekje wijd open als het niet van de honger is? De jonge raven roepen als ze eten nodig hebben, en niemand zal ooit zijn mond voor een geestelijke zegen wijd opendoen als hij voor God geen diep en ernstig besef heeft van wat hij mist. U, zondaars, zult nooit bidden voordat u weet dat u iets mist. Waarom zou u ook? Alle gebeden die mensen doen die geen gebrek hebben, zijn maar een lege lofspraak tot God. Zou u kloppen aan de deur van de liefdadigheid, en dan tegen de goede man van dat huis zeggen dat u niets van hem vraagt? Gebeden die niet zijn gegrond op een besef van gebrek, zijn spotternij. Dat zeg ik ook tegen christenen. Nooit bidt u, of u moet gebrek hebben. Als u zeker bent van uw zaak, en denkt dat u niets meer nodig hebt, dan bent u de krachtigste drijfveer om te bidden kwijt, en ook het belangrijkste element van kracht erin. Misschien hebt u soms het gevoel dat er voor uzelf maar weinig te vragen is, en dan mag u blij zijn dat de Heere u voor dat moment helemaal verzadigd heeft. Maar dan zijn er de noden van de kerk en van de wereld, en die zouden op uw hart moeten drukken, alsof ze de uwe waren. God vervult altijd de mond die dringend behoefte heeft aan voedsel, maar de hoogmoed heeft het schraal. Is het niet een van de spreuken van Zijn Koninkrijk: ‘Hongerigen heeft Hij met goederen vervuld, maar rijken heeft Hij ledig weggezonden’?